Introductie in het stoïcijnse leven
Waarom zou je stoïcijns willen leven? En wat is dat eigenlijk? Daarover gaat dit artikel. De stoïcijnse filosofie leert ons een manier van leven met innerlijke rust, deugdzaamheid en zingeving. En doet dat via de weg van logica en discipline om je karakter en oordeelsvermogen te ontwikkelen. Het is een wat ‘hoekige’ levenshouding: no-nonsense, nuchter, gegrond en gericht op de toepassing. Op momenten van crisis en tegenslagen, biedt het stoïcisme instructies om de uitdagingen het hoofd te bieden.
Als je het in één zin zou moeten samenvatten:
“Aanvaard alles en leg je nergens bij neer.”
Dat het Stoïcisme ook in heel verschillende levens toepasbaar is, zie je al aan de klassieke Grieks-Romeinse stoïcijnen. Zeno was een Griekse handelaar die alles kwijtraakte op zee en begon met filosoferen. Epictetus was een voormalige Romeinse slaaf. Seneca een schrijver, leraar van keizer Nero en behoorde tot de Romeinse (bestuurlijke) elite. Marcus Aurelius was de bekende Romeinse keizer. Zij geven hun unieke perspectief op het leven volgens het stoïcisme.
Leeswijzer
In dit wat langere artikel zet ik de stoïcijnse filosofie zo goed als ik kan uiteen. Dat is wat minder oppervlakkig is dan je vaak tegenkomt. Als je dingen plat blijft staan tot het niet meer is dan ‘kalm blijven onder alle omstandigheden’ steken we er niets van op. En als je alleen de ‘leefregels’ toe wilt passen zonder dat je de achterliggende principes begrijpt, echt inziet waarom het goed is, dan vervliegt het weer.
In hoofdstuk 1 leid ik in wat de kern is voor de praktische toepassing van de stoïcijnse filosofie. In de hoofdstukken 2, 3 en 4 probeer ik meer systematisch op te bouwen hoe de filosofie in elkaar zit. Daar zal ik ook een aantal uitgewerkte voorbeelden geven van de praktische toepassing. In hoofdstuk 5 concludeer ik hoe ik de link zie met de gedachte van ‘wijsheid in jou’.
Ik wil je adviseren dit artikel langzaam te lezen. Neem even de tijd om te laten indalen wat er staat. Neem het ook even aan, al is het maar tijdelijk. Het gaat nog even niet of alles volgens jou ‘waar’ is. Schort je oordeel nog even op om eerst te begrijpen wat klassieke stoïcijnen zeggen.
- Introductie in het stoïcijnse leven
- 1. Waarom trekt de stoïcijnse levensfilosofie ons aan?
- 2. Fysica: Logos als ordening, Natuur en het Goddelijke
- 3. Logica: Alles ligt buiten je controle, behalve je oordeelsvermogen
- 4. Ethica: Een goed karakter, een goed leven
- 5. Conclusie: stoïcijns leven en Wijsheid In Jou
1. Waarom trekt de stoïcijnse levensfilosofie ons aan?
In tegenstelling tot veel andere filosofische stromingen, biedt het stoïcisme een praktische levenshouding. Het meest kenmerkende is het strikte onderscheid tussen wat binnen je controle ligt, en wat buiten je controle ligt.
Het stoïcisme leert ons dat we onze innerlijke wereld meer onder controle hebben dan we vaak denken – en de wereld buiten ons juist veel minder: niet, namelijk. Zelfs in de meest vervelende omstandigheden kun je gelukkig zijn en het juiste doen. Niet altijd makkelijk, maar je kan het leren.
Als je je geluk afhankelijk maakt van ’toevallige’ gebeurtenissen en bezit – alles dat buiten je macht ligt, dan maak je jezelf slaaf van het toeval. Dat geldt voor de materiële wereld, status, rijkdom, succes, je genen en (de gezondheid van) je lichaam. Je kunt er natuurlijk wel invloed op hebben. Het stoïcisme zegt ook niet dat je daar allemaal niks aan moet doen. Maar nooit heb je er de volledige zeggenschap over een nooit moet je je eigen welzijn ervan af laten hangen. Vroeg of laat kom je anders bedrogen uit en vraag je je in tranen af: waarom gebeurt precies mij dit nu allemaal?
Kortom, het stoïcisme leert ons dat je alleen door je te richten op wat je onder controle hebt (hoe je met de dingen omgaat) kalm, gelukkig en met zingeving kunt leven, voor jezelf en voor anderen. Je ‘succes’ wordt dan niet het resultaat van je inspanningen. Wat dan wel: je eigen morele houding. De mate waarin het je lukt om logisch te redeneren en zelfonderzoek te doen. En de mate waarin je leeft volgens de waarden die je belangrijk vindt. Dat is stoïcijns leven.
Dat spreekt aan! Mij in ieder geval wel.
Er zit nog veel meer achter en het heeft ook meer consequenties dan je misschien op het eerste oog kunt zien. De rest van het artikel gaat de diepte in. Wil je eerst een samenvatting lezen, klik die dan hieronder open. Ook heb ik een stuk toegevoegd over wat het stoïcisme niet is. Er zijn namelijk nogal wat verkeerde interpretaties over.
Nu kunnen we de diepte in. Ik doe dat aan de hand van de drieluik die de stoïcijnen zelf ook gebruiken: de Fysica, de Logica en de Ethica.
2. Fysica: Logos als ordening, Natuur en het Goddelijke
Fysica (hoe de natuur in elkaar zit) was voor de Grieken en Romeinen nog veel gedachtenonderzoek. De moderne natuurwetenschap is natuurlijk veel verder gevorderd doordat er meer mogelijkheden zijn voor empirisch onderzoek. Toch is de stoïcijnse fysica relevant, omdat hun levenshouding volgt uit hun wereldbeeld.
De rationele ordening van de kosmos
Stoïcijnen zagen de wereld als volgt:
- Je kunt de Natuur (met een hoofdletter) zien als de rationele ordening zoals die in de wereld bestaat: het geheel van natuurwetten, de vaste logica van oorzaken en gevolgen. De Kosmos is in die zin gedetermineerd: het is niet vrij en toevallig maar is te voorspellen, er zijn logische verklaringen te vinden voor alles dat er in de Natuur gebeurt. Dit is ook God of het goddelijke te noemen, of Logos.
- Logos is de achterliggende, logische werking van alles in de wereld dat alles met elkaar verbindt. Ook wij mensen zijn onderdeel van die Logos en volgen ‘onze natuur’ als rationele en sociale wezens. Dat wij rationeel denken en de Natuur rationeel is opgebouwd, betekent dat wij de ware werkelijkheid met ons denken kunnen doorgronden. En dat het niet verborgen is en alleen bereikbaar door mystieke ervaringen, bijvoorbeeld.
Kortom: de wereld is rationeel van aard, wij zijn deel van die rationele wereld en hebben het vermogen om die wereld te begrijpen.
Leven in harmonie met de Natuur
Het is rationeel om de juiste plek binnen de Natuur in te nemen; je te willen voegen naar de rationele orde van de wereld.
- Als je weet dat alles volgens oorzaak en gevolg verloopt, dan snap je dat het geen zin heeft om te klagen waarom nou ‘juist ik’ ziek wordt, of waarom ‘juist nu’. Wat er extern gebeurt is niet anders dan het verloop van natuurwetten. Dingen gebeuren gewoon. Wat heeft het voor zin om boos te worden op de natuur, dat het regent nu jij toevallig naar buiten moet? Het gaat er in ieder geval niet minder hard door regenen. Het is ook niet rationeel om te wensen dat de natuurwetten tijdelijk buiten werking treden zodat jij niet nat wordt.
- Zonder natuurwetten zouden we niet kunnen leven. Als je dat doortrekt, dan accepteer je niet alleen maar wil je zelfs dat het regent omdat dat de uitkomst is van de natuurwetten die ons leven mogelijk maken. Deze ‘liefde voor het lot’ heet amor fati. Ook als het toevallig slecht voor je uitpakt. Als de Natuur rationeel is en je streeft het rationele na, dan volgt daaruit dat je alles natreeft dat de Natuur op je pad zet – ook tegenslagen. In die zin is de regen op dat moment, of wat er dan ook in de natuur gebeurt, niet ‘goed’ of ‘slecht’. Alleen ons oordeel erover maakt dat we het als goed of slecht ervaren.
- Alles wat je hebt, krijgt of kwijtraakt, is slechts een gevolg van de gedetermineerde wereld. Daar heb je in feite weinig invloed op en je hebt het al helemaal niet onder controle. Het komt en het gaat, daarover heb je geen zeggenschap. Stoïcijnen stellen daarom dat je alles wat je hebt, eigenlijk slechts ‘leent’ van de Natuur. Je moet er dankbaar voor zijn en er niet aan willen vasthouden, als de Natuur op je pad komt om het weer terug te vragen. Of het nu gaat om je rijkdom, je gezondheid, de mensen om wie je geeft of je eigen leven. Je hebt het allemaal maar tijdelijk.
- Dat maakt alles behalve je innerlijke wereld moreel indifferent. Dat betekent niet dat je er onverschillig tegenover hoeft te staan, maar de dingen buiten je maken je nooit een ‘goed mens’ en je zult er nooit geluk in vinden. Bepaalde zaken zijn natuurlijk (ook rationeel gezien) wel ‘verkieslijk’. Liever een gezond lijf dan een zieke, liever rijkdom dan armoede. Maar: uiteindelijk moet het in absolute zin niet uitmaken en kun je met of zonder dat gelukkig en voortreffelijk zijn.
- Kortom: stoïcijnen willen in overeenstemming met de natuur leven. Dus leven in harmonie met de natuur en met de rede. De weg daar naartoe is dus ook door onze redelijke vermogens te trainen en die als leidraad voor al ons handelen te nemen. Dit vermogen is door ‘de goden’ gegeven en is onaantastbaar. Niemand kan je daarin beperken: volgens de stoïcijnen hou je in alle omstandigheden je autonomie – ook in situaties van dwang. Dus, zelfs in een verder (overwegend) gedetermineerde wereld heb je vrijheid om te kiezen wat je denkt en doet.
“De wijze doet niets tegen zijn zin. Hij ontsnapt aan alle noodzaak, want waartoe die hem dwingen zal, dat wil hij zelf.”
Zorg voor de ziel
Dat je over een goddelijk vermogen beschikt, maakt natuurlijk dat je daar goed voor te zorgen hebt.
- Dat wij verbonden zijn met de Logos geeft een bepaalde status: je bent in die zin een soort zoon of dochter van God (niet in de christelijke religieuze zin). Als je zoon of dochter van een koning was zou je trots zijn en verantwoordelijk zijn om je eer hoog te houden.
- Die status geeft je een plicht om je daarnaar te gedragen: fier, met zelfrespect en integriteit. Je bent je goddelijke ratio verschuldigd goed voor je oordeelsvermogen en karakter te zorgen en het niet te verspillen. Je wilt de beste versie van jezelf zijn.
- Zoals we eerder al zagen, is je innerlijke wereld ook de enige plek waar je duurzaam en ongeacht wat er verder gebeurt geluk, rust en voldoening kunt vinden in je leven.
3. Logica: Alles ligt buiten je controle, behalve je oordeelsvermogen
Nu je de Fysica hebt begrepen, zie je misschien ook hoe het volgende onderdeel eruit volgt: de Logica. Logisch redeneren is immers ons meer uitgesproken rationele denkvermogen, waarmee we de wereld kunnen begrijpen en ermee in harmonie kunnen leren leven. Het is vanuit de Fysica en Logica, dat de stoïcijnen hun strikte onderscheid maken, tussen waar je echt de controle over hebt en alles dat buiten je macht ligt. Stoïcijnen richten zich op wat ze kunnen beheersen (hun gedachten, acties en reacties) en accepteren wat ze niet kunnen beheersen (externe gebeurtenissen en de acties van anderen).
Zijn stoïcijnen onverschillig?
Je zou tot nu toe al tegen een misverstand kunnen lopen. Het antwoord is: nee, ondanks wat hier en verderop staat, zijn stoïcijnen niet onverschillig. Integendeel! Ik put om dit te weerleggen hieronder uit het boek ‘Stoïsche notities’ van Rymke Wiersma, in haar hoofdstuk over misverstanden over de stoïcijnen. Ik citeer:
“Wat me overkomt is volgens de stoïcijnen ‘van geen belang’: wat belang is echter wel hoe ik me opstel. Een stoïcijn zet zich ten volle in voor het ‘mooie’ of het ‘goede’. Het tegendeel van het leven maar over me heen laten komen en overal gelaten of onverschillig op reageren.” (pagina 80).
“Het lijkt […] of er twee beelden van ‘de stoïcijn’ bestaan: enerzijds het beeld van de harde, strenge, zich bij niets en niemand betrokken voelende stoïcijn/ijspegel, en anderzijds de supersociale kosmopoliet, politiek betrokken, zich geheel inzettend voor het welzijn van anderen.” (pagina 81).
“Een stoïcijn staat niet onverschillig tegenover de lotgevallen van anderen, maar heeft om anderen te helpen geen medelijden nodig. Stoïsche waarden als rechtvaardigheid en vriendschap-wereldwijd (oftewel solidariteit) staan garant voor een sociale houding.” (pagina 82).
“Alles wat ik heb is mijn innerlijke wereld, en dat is tevens het stukje van de kosmos waar ik veel aan kan sturen. Dan is dus het enige echt belangrijke dat ik goed doe. Hier komt de nadruk te leggen op wat er juist wel is [in plaats van onthechting, wat de nadruk legt op wat niet is]: een actieve houding waarin geprobeerd wordt een positieve bijdrage te leveren aan de wereld.” (pagina 90).
In de Logica beantwoorden we eigenlijk de vraag: wat zijn nu de logische consequenties van het eerder beschreven wereldbeeld? Verderop volgt daarna ook de Ethica: wat is het goede handelen van een stoïcijn?
Eerst gaan we in op de belangrijkste consequentie: het eerdergenoemde onderscheid tussen waar we wel of geen invloed op hebben.
We hebben géén controle over:
- Alle materiële dingen zoals wat en hoeveel we bezitten, wat er heel blijft of kapot gaat, de natuurwetten, toevalligheden die maken dat er ongelukken of pech of geluk plaatsvindt, enzovoort.
- Alle immateriële dingen zoals status, succes, gezondheid, wie van ons houdt en wie niet, wat andere mensen van ons vinden, enzovoort. Want ongeacht jouw inspanningen om gezond te zijn, kun je onverwacht ziek worden of een ongeluk krijgen. Ongeacht je harde werk, krijgt misschien niet jij maar je collega de promotie waarop je hoopte. Die dingen gebeuren.
We hebben wél controle over:
- Hoe wij omgaan met indrukken van buiten (zintuigelijk) of van binnen (emoties, instincten, automatische reacties). Anders gezegd: of we de indrukken correct beoordelen.
- Waarbij correct niet betekent dat je ‘er gewoon anders naar moet kijken’. Nee, het juiste oordeel over je indrukken wil zeggen: volgens de regels van de logica. Het betekent ook niet dat je de controle met een knip van je vingers hebt. Je zult het moeten trainen.
- Heel precies gezegd, hebben we (uiteindelijk) controle over vier categorieën:
- waar we naar streven
- wat we vermijden
- onze overtuigingen
- onze impulsen.
Geen invloed, maar controle
Ik wil benadrukken waarover het hier gaat: we spreken hier van macht, of controle – niet ‘invloed’. Misschien heb je eerder gehoord van de ‘cirkel van invloed’. Daarmee moet je het niet verwarren. De cirkel van invloed is ook een manier om na te denken over of je je (op je werk) misschien verantwoordelijk voelt voor dingen waar je geen invloed op hebt. Voor de één is het een manier om zich ervan bewust te worden en meer ‘los te laten’ wat buiten de eigen sfeer van invloed ligt. De ander wil juist op zoek naar manieren om de eigen sfeer van invloed te vergroten. In beide gevallen geldt: je wilt eigenlijk dat je de sfeer van dingen waar je je druk om maakt en je sfeer van invloed even groot zijn.
De gedachte is op zich goed: maak je niet druk om de dingen die je toch niet kunt veranderen. Maar het stoïcisme legt de grens radicaal ergens anders: alleen over hoe je omgaat met gebeurtenissen, heb je controle. Jouw taken op je werk, horen daar niet bij – je hebt geen absolute controle over of je werk goed is, alleen over of je je best doet, je verantwoordelijkheid neemt, enzovoort.
Mocht je denken: dan blijft er weinig over. Integendeel! Ten eerste zien stoïcijnen het als een met de goden gedeeld vermogen. Dat is niet niks. Ten tweede heb je hiermee in de hand hoe je je hele leven zult ervaren, de sleutel tot geluk. Ook niet niks. En ten derde, in alle eerlijkheid, het zal je misschien niet verbazen hoe moeilijk het kan zijn om daadwerkelijk je innerlijke wereld onder controle te hebben. Daar heb je je handen echt wel vol aan.
Logisch zelfonderzoek
Goed, als we nu het onderscheid helder hebben, hoe ziet die wisselwerking er dan uit? Er gebeurt iets, en de stoïcijnen zeggen dat het gaat om hoe je er mee om gaat. Wat betekent dat?
- Indrukken zijn dat wat je door je zintuigen hoort, ziet, voelt, ruikt en proeft. Dingen van buiten, maar ook dingen in jezelf.
- Vervolgens hebben we daar morele intuïties bij: we noemen iets ‘goed’ als het nuttig of voordelig voor ons is (zoals genot) en ‘slecht’ als het niet nuttig of nadelig is (zoals pijn). Die intuïties hebben we individueel, maar ook als maatschappij.
- Wat is dan dat vrije oordeelsvermogen waar wij controle over hebben? We zijn in staat om ons (kritisch) tot onze indrukken en morele intuïties te verhouden. We kunnen onze reacties tegen het licht (van de ratio) houden en zelfonderzoek doen. We nemen dan de indrukken en onze reactie daarop niet meteen als waarheid aan. We gebruiken ons redeneringsvermogen om te bepalen of we de indrukken wel juist beoordelen. Misschien maakt de situatie je boos: waarom is dat? Op basis waarvan doe je dat? Klopt je directe oordeel wel, is dat wat je denkt noodzakelijk de waarheid, of een interpretatie?
Je kunt door logisch te rederen ontstaat keuzevrijheid hoe je met de situatie om gaat, ook al heb je de oorzaak van de situatie zelf niet onder controle. De sleutel tot geluk ligt dan ook daar: hoe je omgaat met je gedachten, acties en reacties en dus niet in alle dingen die buiten jezelf liggen. Stoïcijnen laten zich niet meeslepen door hun emoties, maar bezien wat er aan de hand is, wat daarvan binnen hun macht ligt, welke actie ze dus ondernemen en ze accepteren verder dat de situatie nu eenmaal is zoals die is.
Apatheia en euthumia
Je kunt ergens voor werken maar je gemoedstoestand is niet afhankelijk van het resultaat. Kalmte en geluk ligt in jezelf. Als je op deze manier naar de wereld kunt kijken, dan is alles daarbuiten wat goed gaat hooguit ‘mooi meegenomen’ en wat slecht gaat ‘een tegenslag’, geen zaak waar je geluk of gemoed van afhankelijk is. Niet makkelijk, zeker niet. Maar gelukkig zijn wordt niet bepaald door externe factoren, maar door hoe je daar mee om gaat. Je kunt jezelf ’trainen’ om als basishouding te nemen dat je in principe alles aanvaard wat er buiten je gebeurt.
Dit kun je ook het oefenen van apatheia noemen (niet te verwarren met apathie). Apatheia betekent vrij zijn van passies, of ‘emotionele stoornissen’. Het betekent niet ongevoelig zijn, maar eerder een evenwichtige gemoedstoestand behouden en niet overweldigd worden door negatieve emoties. Een houding van gegrond en kalm zijn. Maar het stopt niet bij apatheia. Dat versterkt alleen maar het beeld van de stoïcijn als passief of emotieloos, wat onjuist is. De basishouding van de stoïcijn is eerder euthumia: een kalme blijmoedigheid. Want je laat je niet verstoren door emoties, maar je kunt wel een algemene houding van dankbaarheid en waardering aannemen. Je leid als stoïcijn immers een actief, zinvol en sociaal leven!
Zo meten Stoïcijnen ook hun vorderingen in de filosofie af: niet of je een academische schriftelijke toets kunt afleggen, maar of je minder onrustig, boos of gefrustreerd bent, minder lijdt en meer sereen in het leven staat, in het streven naar het Goede. Stoïcijns leven is een prachtige vorm van zorg voor de ziel.
Voorbeelden: de praktische toepassing in vier casussen
Alles wat we tot nu toe hebben geleerd gaan we toepassen op vier voorbeelden. Steeds is er iets aan de hand, we hebben er een eerste oordeel over, we bekijken het eens opnieuw en redeneren logisch, en bepalen van daaruit de juiste conclusie en het juiste handelingsperspectief.
Ik heb deze voorbeelden ‘ingeklapt’, puur omdat het artikel al erg lang is. Maar ze zijn misschien wel het belangrijkste onderdeel om te lezen.
Door dergelijke voorbeelden – en natuurlijk situaties in je dagelijks leven – wordt de stoïcijnse leer pas echt praktisch. Door filosofie ga je anders leven!
4. Ethica: Een goed karakter, een goed leven
Vanuit de Fysica (hoe de wereld in elkaar zit) en de Logica (het onderscheid tussen waar je controle over hebt of niet) volgt de Ethica. Maar dat gaat misschien wat snel. Ik neem je daarom hieronder eerst mee in hoe de Ethica precies uit het voorgaande volgt. Daarna neem ik je mee langs een paar belangrijke begrippen: deugden, plichten (of: ‘passend gedrag’, en memento mori
Ethica volgt uit de Fysica en Logica
Eerst staan we stil bij hoe uit de voorgaande hoofdstukken de stoïcijnse ethiek volgt.
- Vanuit de Fysica:
- Je bent deel van de Logos en bent daarin verbonden met alle mensen en met de natuurwetten. In overeenstemming leven met de Logos is het hoogst haalbare. Dan benut je je hoogste vermogens maximaal en volg je de orde van de goddelijke Natuur. Dus: om dat te bereiken wil je je rationele vermogen en het karakter dat daarbij past, trainen, ontwikkelen en oppoetsen tot het voortreffelijk is.
- De universele rede verbindt alle mensen, alle mensen dragen een ‘parel’ van die goddelijke Rede, alleen al daardoor verdienen andere mensen een bepaalde mate van respect.
- Vanuit de Logica:
- Als leven in overeenstemming met de natuur betekent in harmonie leven met andere mensen, dan is het rationeel om bij te dragen aan het welzijn van de gemeenschap. De mens, en dus ook de gemeenschap, streeft van nature naar het goede – ook al verschillen we soms van inzicht wat het goede is. Als rationele en sociale wezens moeten we streven naar een goede samenleving, waarin ieder diens eigen rol en plicht vervult.
- Hoewel de uitkomst van bijdragen aan de gemeenschap een externe factor is, ligt de focus op de interne houding en intentie achter de actie. Dus: Stoïcijnen streven ernaar om hun best te doen en te handelen volgens deugd, ongeacht de externe resultaten.
- Logisch redeneren gaat niet vanzelf. Het vraagt opvoeding en training om logisch na te denken en daar vervolgens naar te handelen. Deugden zijn de voorwaarden waaraan je moet voldoen om de rede zuiver en volledig te kunnen volgen. Tegelijk zijn de deugden ook de manier waarop rationeel handelen tot uitdrukking komt.
Goed, hier staat een hele hoop. Goed willen leven volgens je eigen natuur en voor het welzijn van het geheel, is mooi, maar ook nog wat abstract. Het onderscheiden van deugden helpt als een soort richtingwijzers hoe dat goede stoïcijnse leven eruit ziet. En als het met die deugden (hieronder) in de praktijk nog niet helemaal wil lukken, dan toch in ieder geval het navolgen van ‘passend gedrag’ (verderop).
Deugden
Stoïcijnen streven op basis van het voorgaande naar een goed innerlijk, een voortreffelijk karakter. Ze streven ernaar om moreel excellent te leven en zien dit als de sleutel tot een gelukkig leven. De Deugd (aretè) is het hoogste goed dat er bestaat; rationele voortreffelijkheid.
Sinds Socrates/Plato werden vier kardinale deugden onderscheiden. Ook de stoïcijnen gebruiken deze. Kardinaal komt van het Latijnse cardio, dat is de scharnierpin in een deur. Het betekent dat deze de deugden een spilfunctie hebben, het zijn de deugden ‘waar het om draait’. Zij bepalen de mate waarin het lukt om andere deugden te bereiken, ze zijn een maatstaf voor alle andere deugden) zijn:
- Prudentia:
- Bezonnenheid, of wijsheid.
- Het betekent dat je niet zomaar wat doet, maar voorzichtig bent, nadenkt en consequenties overziet.
- Het Nederlandse woord ‘prudentie’ gebruiken we niet meer zoveel.
- Fortitudo:
- Moed, of kracht, standvastigheid en vastberadenheid.
- Het Goede doen, vasthouden aan je principes en het volgen van de logica is niet altijd makkelijk. Deugden en plichten gaan in principe altijd voor het ongemak dat daarbij komt kijken.
- Het woord ‘fortitude’ staat wel in de Dikke Van Dale, maar gebruiken we meestal niet. In games zie je het wel eens als stat, evenals willpower.
- Temperantia:
- Zelfbeheersing, discipline, de juiste maat houden, of gematigdheid.
- Iets dat goed is om te doen, kan omslaan in iets slechts als je het teveel doet. Dat geld voor eten of drinken net zo goed als voor goedbedoelde acties. Je moet dus niet alleen bedenken wat te doen, de moed ervoor opbrengen maar het vervolgens in de juiste maat en proportie doen.
- Het woord ’temperament’ kennen we, maar gebruiken we vooral als we het over ’temperamentvol’ hebben.
- Iustitia:
- Rechtvaardigheid, of rechtschapenheid.
- Iets dat op het eerste oog goed lijkt, kan ten opzichte van anderen onrechtvaardig zijn. Rechtvaardigheid een belangrijke (eind)toets.
- Het woord ‘justitie’ is ervan afgeleid.
Een voorbeeld van o.a. Wikipedia: wie op onvoorzichtige of onrechtvaardige wijze vriendelijk zou zijn, of wie geen maat weet te houden in zijn vriendelijkheid, of niet de moed heeft om ook vriendelijk te zijn als dat gevaar oplevert, die heeft niet echt de deugd van de vriendelijkheid.
Hoewel de Ethica volgt uit de Fysica en Logica, werden eerstejaars stoïcijnse leerlingen niet in die volgorde onderwezen: éérst leerden zij over de ethica. De gedachte hierachter was, dat als je eerst aan een goed karakter moet werken om jezelf klaar te maken om logisch te kunnen redeneren. Nu we de kardinale deugden kennen: goed redeneren vraagt bezonnenheid, maar ook maat kunnen houden, moedig zijn om naar je logische uitkomsten te handelen en te toetsen aan de rechtvaardigheid.
Discipline en internaliseren van principes
Stoïcijnen zijn het meest van iedereen gedisciplineerd in hun denken en doen, waarbij hun plicht als burger en als mens juist leidt tot actie. Maar wel actie vanuit beredeneerd verstand, kalmte, overtuiging en niet vanuit emotie, ongelukkigheid of schuld. In tegenstelling tot de meeste mensen om hun heen, geen slaaf van hun emoties maar meester over hun leven. Je bent dan niet iemand die onbezonnen de situatie naar de keel vliegt. Je bent een professional, een beroepsvechter, je gaat de situatie kalm en vastberaden aan, vertrouwend op jouw vermogens.
Vanuit die houding kun je elke gebeurtenis, goed of slecht, zien als een kans voor groei en de ontwikkeling van de Deugd. Tegenslagen zijn dan eigenlijk niet meer dan uitdagingen die door de Natuur op je pad zijn gebracht om je te bekwamen en te groeien als mens, iets waar je zelfs enige mate van dankbaarheid zou kunnen hebben. De uitdaging maakt zelfs dat je Deugd aan het licht kan komen.
Stoïcijnen willen de juiste waarden internaliseren. En dat vraagt dat je weet in te schatten in welke situatie je hoe moet handelen – het kennen van de vier deugden is op zichzelf natuurlijk niet genoeg in een complexe en veranderlijke wereld. Dat gaat niet vanzelf en vraagt veel zelfreflectie en oefening. stoïcijnen beoefenen dagelijkse zelfreflectie, waarbij ze nadenken over hun acties en gedrag, wat hen helpt om hun morele kompas te verfijnen en hun deugdzamer te leven.
Passende gedragingen (ook wel: plichten)
Deugden (arètè) zijn de ultieme voortreffelijkheid: voor de Wijze is het absolute mooie en goede (katorthoma) misschien haalbaar, maar lang niet voor iedereen. De Wijze handelt uit perfecte Rede en het inzicht in het geheel. Zolang je daar niet bent, kun je het juiste gedrag wel ‘nabootsen’, door passende gedragingen (kathèkonta). Dit wordt ook wel vertaald als ‘plichten’.
Leven volgens de Rede betekent dus om dergelijk gedrag in uitvoering te brengen ten behoeve van je eigen karakter en oordeelsvermogen en voor de medemens waarmee je verbonden bent. Je hebt rollen in het geheel te vervullen, bijvoorbeeld als burger, familielid, politicus, ambtenaar of vriend. Je rol vervullen en bijdragen aan de gemeenschap zijn essentieel voor het leven volgens de deugd. En je doet het goede vanuit begrip, niet vanuit sociale conventies (want dan doe je het alleen als het gezien wordt) en ook niet uit een toevallig gevoel van medelijden of andere gevoelens. Je doet het het goede ongeacht de uitkomst, als ethische noodzaak die voortvloeit uit je rationele, morele en sociale natuur.
Memento Mori
Het lijkt me passend om dit verhaal tot een einde te brengen met dit laatste inzicht. Memento Mori betekent ‘gedenk te sterven’, oftewel een reminder dat je ooit dood zult zijn. Door te reflecteren op de vergankelijkheid van het leven, waardeer je juist het huidige moment. Dan richt je je op wat echt belangrijk is. Sterven is niet iets ‘slechts’ in het stoïcijnse perspectief. Memento mori is geen schrikbeeld. Het is de logica van de Natuur dat je vroeger of later zult sterven.
Ik oefen mezelf daarin ook regelmatig. Dan denk ik eraan dat ik als oude man (hopelijk) op mijn sterfbed lig en terugdenk aan mijn leven. Denk ik dan: had ik maar meer gewerkt? Harder gewerkt? Of meer spullen gekocht? Meer tijd op social media gezeten? Of had ik mijn aandacht maar meer gehouden bij de mooie kleine momenten met mijn kinderen. Zou ik ze nog maar vast kunnen houden als kind, al was het maar even. Kon ik mijn vrouw maar weer in haar ogen kijken, toen de verliefdheid nog pril was. De antwoorden kunnen voor iedereen anders zijn, maar ik weet wel dat ik daarna weer weet wat vergankelijk is, wat belangrijk is – en wat niet!
5. Conclusie: stoïcijns leven en Wijsheid In Jou
Oordeelsvermogen en vervulling
In dit artikel leert het stoïcisme je het belang van je eigen oordeelsvermogen: dat zit in jou, je beschikt al over de rede. Je zult het moeten oefenen om tot wijsheid te kunnen komen, maar uiteindelijk vind je de wijsheid in jezelf en niet van buitenaf. De sleutel tot een eervol en gelukkig leven ligt eveneens in jezelf. En de filosofie laat zelfs zien op welke manier die wijsheid in jou verscholen ligt, aan de hand van de fysica en logica. Gezien de praktische en duidelijke aard, zie ik de stoïcijnse filosofie als gids in mijn leven.
Stoïcijns leven is leven volgens de wijsheid in jou, niet vanuit ongetoetste intuïtie maar vanuit gefundeerd zelfonderzoek.
Reflectie
Nu hoef je bij de filosofie een stroming niet aan te nemen als een soort religie, waarin je elk onderdeel dogmatisch opvolgt (zonder te weten waarom je het moet doen). Je kunt dus elementen uit de stoïcijnse filosofie overnemen, zonder dat je elk onderdeel omarmt. Tegelijk zou ik je willen adviseren niet te snel uit een filosofie te gaan ‘snoepen’, zonder het als geheel te hebben begrepen en de tijd hebt genomen om het te doorleven. Als je dat wilt doen en meer wilt lezen, dan vind je hier meer inspiratie.
Ik heb om diezelfde reden in dit artikel geheel geen kritiekpunten opgenomen. Er zijn wel degelijk punten waar ik (nog) niet helemaal bij kan, of waarvan ik me afvraag of er niet iets gemist wordt in het denken van de stoïcijnen. In dit artikel ga ik daar dieper op in, aan de hand van een aantal inzichten vanuit het daoïsme.
Bedankt voor het lezen, ik hoop dat je er iet aan hebt in je zoektocht naar wijsheid in jezelf.