1. Inleiding
Daoïsme is een oude Chinese levensfilosofie. Het moedigt ons aan om in harmonie met Dao (道) te leven; het kosmische geheel waar wij deel van zijn. Niet vechten tegen de stroom van dit grotere geheel, maar slim gebruik maken van de natuurlijke krachten om je heen. Niet vanuit je ego, maar vanuit verbondenheid en vanuit je spontane aard. Eenvoudig leven, zonder begeertes, vriendelijk en vrolijk.
Daar valt natuurlijk veel meer over te vertellen. In dit artikel ga ik dat doen. Ik geef een inleiding in het daoïsme, dat dieper gaat dan je waarschijnlijk doorgaans leest op internet. Mocht dit artikel te lang voor je zijn; ik schreef hier al eens een verkorte inleiding, specifiek gericht op alleen de sleutelbegrippen Dao en wuwei.
In de periode dat ik dit artikel schreef, was ik ook te gast in de podcast ‘Generatie Zinzoekers’. Dus mocht je dat liever doen, luister dan hier.
Voor we echt de diepte in gaan, kun je hieronder voorafgaand wat dingen lezen die verklaren waarom ik de insteek van mijn interpretatie kies en plaats ik daoïsme in de context van toen – dat is namelijk belangrijk om het goed te kunnen interpreteren en toe te kunnen passen in ons eigen leven. Ook beschrijf ik wat het daoïsme niet is, maar waar ik wel veel misvattingen over zie. Mocht dit je eerste kennismaking met daoïsme zijn, dan kun je deze ook overslaan en gewoon beginnen met lezen.
2. Introductie: Wat is Dao
2.1 Kosmos in beweging

Het woord Dao (道) verwijst naar een diepere, onderliggende realiteit van alles. Het geheel van de natuur, de kosmos, alles wat je ziet en alles wat je niet kunt zien, en hoe dat allemaal in beweging is. Het zijn niet alleen ‘de dingen’, maar vooral ook het proces van leven en dood, eb en vloed, dag en nacht, het komen en gaan van sterrenstelsels, planeten die om een ster draaien, steeds in cyclische bewegingen. Deze natuurlijke stroom is de onzichtbare kracht die alles voedt. Je zou het het ‘autoregulerende principe van de kosmos’ kunnen noemen. Hoe de Kosmos in beweging is en zichzelf in stand houdt. Of meer poëtisch: de kosmos die ademt.
Natuur
Zoiets als een ‘autoregulerend principe’ klinkt misschien wat moeilijk. Maar bedenk je eens jdat al 5x in de geschiedenis van de aarde zo’n 75-90% van de soorten op aarde zijn uitgestorven. En steeds veert het leven weer op. Niet op de manier hoe wij misschien zouden willen als wij ooit aan de beurt komen. Niet door de sturing van een god, die ingrijpt. Maar door de altijd aanwezige kracht, een zelfvoorzienend geheel, komt er iets nieuws op de plaats. Dao is een principe, een ervaring, een beschrijving, iets dat het onderliggende geheel van alles uitdrukt.
Het is evengoed een optelsom van alle natuurwetten: hoe de natuur werkt. Zowel de natuurwetten die we kennen, als die we nog niet kennen, als die we nooit zullen kennen. Je kunt naar buiten gaan en je verwonderen hoe alles maar groeit en bloeit, hoeveel leven er is. Dat hoeft niet per se ‘spirituele’ verwondering te zijn. Dat kan net zo goed het aanstekelijke enthousiasme en de verwondering van een bioloog zijn: wetenschappelijk, maar met passie en nieuwsgierigheid.
De Weg
Eén van de meer letterlijke vertalingen van het woord Dao is ‘de Weg’. Het is niet alleen de stroom van alles waardoor je gedragen wordt, maar ook een ‘manier’, een pad om te kunnen volgen als mens. Het begrip Dao benadrukt de dynamische en onkenbare aard van het universum, evenals de noodzaak om in harmonie te leven met de natuurlijke stroom van het bestaan. In plaats van erover te praten, kun je het beter ervaren.
2.2 Weten zonder woorden

Je ziet hoe lastig het is om Dao te ‘definiëren’. Dat is geen tekortkoming van mij of daoïsten – het is principieel onmogelijk Dao in woorden te vatten. Als je bedenkt dat het de oorsprong, wording, werking, potentie van de kosmos en alles erin is, zowel materieel als spiritueel als conceptueel, dan kun je zien dat wij mensen daarin maar een piepklein aspect zien. En daarin is ons brein vooral gericht op overleven in de omgeving die we kennen. Er is geen taal voor de dingen die we hier proberen uit te drukken. We zijn gebonden aan hoe onze hersenen werken.
Een steen, stoel of tafel kunnen we met woorden nog wel beschrijven. Gevoelens worden soms al moeilijker. Zeker als het met iemand in een andere taal of cultuur is. Dat geldt nog meer voor zo’n diepere onderliggende realiteit.
Zodra je er een woord op plakt sluit je allerlei zaken die het óók is meteen uit. Definiëren is (per definitie) het één onderscheiden van iets anders – en Dao is nu juist hetgeen dat al alle onderscheidingen voorafgaat. Dus als ik zeg dat de Dao groot is, dan vergeet je dat het ook alle kleine dingen is. Als ik zeg dat de Dao Alles is, dan mis je het punt dat het ook het Niets is, in de zin van de potentie tot de dingen die er nog niet zijn. Als ik zeg dat het (soortvan) god is, dan denk je aan een persoonlijke god en iets dat afgescheiden van jezelf is. Taal brengt ons in de war.
Met deze korte analyse komen we ook bij ‘goed nieuws’. We kunnen de Dao wel degelijk ervaren. We gaan er een brontekst bij pakken: het eerste hoofdstuk van de Laozi.
Laozi 1
De eeuwige Tao
kan niet in woorden worden uitgedrukt.
De eeuwige naam
kan niet worden genoemd.
Het niets: een naam voor de herkomst van de tienduizend dingen.
Het iets: een naam voor de moeder van de tienduizend dingen.
Waarlijk: voor immer bevrijd van begeerte,
mag je het mysterie aanschouwen.
Blijf je altijd vol verlangens,
dan zie je slechts wat je beoogt.
Deze tegenstelling is het gevolg
van het door namen te scheiden
van wat oorspronkelijk één was.
Dit eenzijn heet: het duistere.
In het duistere van dat duistere schuilt
de poort tot de massa mysterieën.
Hier zit veel in, maar we focussen op de twee belangrijkste inzichten, die ik dik gedrukt heb. Ten eerste wat ik al uitlegde over het niet kunnen vatten van Dao in onze woorden. Maar ten tweede: Dao is wel degelijk ’te aanschouwen’.
Taal en begeerte bepalen wat we zien
Wat staat er in de weg: “Blijf je altijd vol verlangens, dan zie je slechts wat je beoogt.” Met andere woorden: je ziet alleen de losse dingen en in welke mate ze ‘nut’ voor jou hebben. Je ziet ze niet zoals ze zijn en je ziet al helemaal niet de achtergrond waar zijn onlosmakelijk mee verbonden zijn. In een Nederlands spreekwoord: je ziet door de bomen (de losse dingen) het bos (Dao) niet meer.
Dit gaat zowel om diepe verlangens en begeertes (geld, status, liefde, veiligheid bijvoorbeeld) als om gewoon alles wat we zien. Hoe meer ons brein en ons hart de wereld in kijkt en alleen ziet wat voor ons als mens centraal in de wereld van belang is, met het onderscheid dat wij mentaal maken tussen alle objecten en tussen wat ‘goed’ (voor ons) en ‘slecht’ (voor ons) is, hoe kleiner de kans dat we in staat zijn het grotere geheel (Dao) te zien. We scheiden iets dat één is, door ons denkvermogen en door onze taal, in wat zij noemen ‘de tienduizend dingen’.
Dat leert ons eigenlijk dat taal niet alleen ontoereikend is voor de Dao, maar zelfs dat het niet onschuldig is: hoe meer je verstrikt raakt in woorden en concepten, hoe verder je van de Dao afraakt!
Met woorden Dao uitleggen is als in je privéjet naar een klimaatconventie vliegen. Het is nodig om er te komen, maar tegelijk maak je het erger.
~ Remco
Ik moet woorden gebruiken, als een soort noodzakelijk kwaad. Maar zodra het begrip er is, kun je de woorden ‘vergeten’. Zover we het erover kunnen denken volstaat dit, hierna mogen we de kwestie weer loslaten. Overmatig technische discussie over de concepten uit het daoïsme is dan ook niet echt nodig, al vind ik dat soms wat lastig: goed begrip vraagt ook kritisch onderzoek. Maargoed.
2.3 Dao in actie
Je begint nu mogelijk een beeld te krijgen van Dao. Dat gaan we verder aanvullen, door te beschrijven wat het doet. De werking van Dao wordt vaak beschreven aan de hand van de eigenschappen van water.
Dao is net als water

- Het voedt alles dat leeft, maar is er niet de baas over en vraagt er niets voor terug.
- Het is groots, maar stroomt nederig naar het laagste punt.
- Het is zacht en vloeibaar, maar als het lang genoeg over een steen stroomt slijt het water de steen in de vorm die bij de stroming past. Het zachte overwint het harde.
- Het neemt alle vormen aan, maar blijft zichzelf.
- Het discrimineert niet, het doet voor iedereen hetzelfde.
Maar weet ook: water geeft niks om jou
En dit klinkt allemaal misschien mooi en zachtaardig. Maar het betekent evengoed dat je in dit water kunt verdrinken, en doodgaan, wat ‘gewoon’ Dao is. Tenzij je je aanpast aan de omstandigheden, zoals een vis wel onder water kan blijven. De Dao is er niet op uit om jou te redden, iets te leren, of iets anders met je te doen. Het is gewoon, het proces voltrekt zich gewoon – over miljoenen miljoenen jaren en in een onmetelijk groot heelal – en wij zitten daar middenin. We kunnen getuigen zijn van dit wonder, maar er ook door vermorzeld worden. Dao geeft er niet om, onze atomen komen na onze dood in andere samenstellingen wel weer in iets anders tot uiting. Sterrenstelsels komen en gaan. In de natuur is er dan ook geen ‘goed of kwaad’. Alles gebeurt gewoon – wij mensen maken ervan dat een gebeurtenis goed of slecht is.
Nuchterheid
En mooi is ook, dat Dao niet iets ‘hoogs’, ‘heiligs’ of ‘verhevens’ is, zoals wij in het westen over god dachten en hoe we vaak verwachten dat het oosterse spirituele is. Lees onderstaande maar eens.
Zhuangzi 22:VI – Dao in het allerlaagste
Meester Zuiderwal vroeg eens aan Zhuang Zi: ‘Dat wat ze “Tao” noemen, waar bevindt zich dat eigenlijk?’
‘Er is geen plek waar de Tao zich niet bevindt,’ antwoordde Zhuang Zi.
– ‘Geef dan eens een precies voorbeeld!’
‘Zelfs in mieren,’ zei Zhuang Zi.
– ‘Kan er nog iets nederiger zijn?’
‘In potscherven.’
– ‘En nog lager misschien?’
‘In poep en pis.’
Meester Zuiderwal zweeg hierop, maar Zhuang Zi voegde eraan toe: ‘Die vraag van jou was er echt helemaal naast. […] Stop dus maar beslist naar een definitie te zoeken, want de Tao is in alle dingen.
[…] Kom mee! Laten we gaan zwerven in het land van niemendal, en laten we alle discussies op een hoop gooien, want die zijn immers eindeloos. Dan gaan we samen proberen niets te doen, in rust en stilte, in vrede en zuiverheid, in harmonie en vrijheid.’
Naast dat Zhuangzi een ontnuchterend antwoord geeft en ‘Meester Zuiderwal’ daarmee met beide benen op de grond zet, leidt hij ook de aandacht naar waar die naartoe moet. Weg van getheoretiseer en naar de ervaring van de Dao zelf.
2.4 Vergelijkbare concepten uit andere tradities
Daoïsten zijn niet de enige die een soort mystieke eenheid van de natuur proberen te kennen. Dao heeft overeenkomsten met andere filosofische en religieuze concepten van kosmische orde, natuur, en transcendentie. Namelijk met hindoeïsme (Brahman), boeddhisme (Sunyata), beide (Dharma), samkhya en yoga (Prakriti en Purusha), kabbalistisch jodendom (Ein Sof), spinozisme (Natuur), neoplatonisme (Het Ene), en Heraclitus (Logos). Wil je daarover een korte toelichting lezen, klik dan hieronder.
3. Tussenstap: Dao ervaren
Daoïsme is meer dan alleen het begrip Dao. Er zijn een aantal sleutelconcepten die praktische handvatten geven, hoe te leven. Maar je kan het daoïsme volledig filosofisch uitleggen en er dan nog niets wezenlijk van begrepen hebben. Dus als ik daar nu meteen in duik, blijven we op de intellectuele toer en raken we de ‘voeling’ kwijt die in het daoïsme zo belangrijk is. Ik ga daarom eerst stilstaan bij de ‘sfeer’ van het daoïsme en het ‘ervaren’ van Dao. Ik ga daarbij in op het dimmen van je cognitie, Dao ervaren in natuur en lichaam en loskomen door te lachen.
3.1 Vergeet kennis

Daoïsme is meer dan alleen het begrip Dao. Er zijn een aantal sleutelconcepten die praktische handvatten geven, hoe te leven. Maar je kan het daoïsme volledig filosofisch uitleggen en er dan nog niets wezenlijk van begrepen hebben. Dus als ik daar nu meteen in duik, blijven we op de intellectuele toer en raken we de ‘voeling’ kwijt die in het daoïsme zo belangrijk is. Ik ga daarom eerst stilstaan bij de ‘sfeer’ van het daoïsme en het ‘ervaren’ van Dao.
Ik wil je vragen om het daoïsme te benaderen met meer dan alleen je cognitieve vermogens. Wijsheid bestaat uit meer dan dat. Dus in plaats van ons uitsluitend te richten op begrijpen, moeten we ons óók richten op het ervaren om er vervolgens naar te kunnen leven. Vergeet even andere filosofische tradities en dat wat je allemaal denkt te weten. Het staat je in de weg.
Oren kunnen slechts horen, het verstand kan slechts denken. De geest is leeg en ontvankelijk voor alles.
~ Zhuang Zi
Sluit af en toe even je ogen, probeer je in te beelden wat er beschreven wordt. Maak tussendoor eens een wandeling in de natuur, observeer met al je aandacht wat daar allemaal is en gebeurt, en lees dan nog eens. Verbind het met je eigen ervaringen.
Lees onderstaande metaforen, die helpen om het denkvermogen iets te ‘dimmen’.
Metaforen: de zaklamp en het kopje
Twee metaforen kunnen ons verder in de richting wijzen. (Dit zijn geen fragmenten uit bronteksten).
1: De zaklamp in een donker bos
Ons denkvermogen en onze taal, is als een zaklamp in een donker bos. De scherpe focus helpt ons scherp te zien waar we onze aandacht op richten. Zo kunnen we dingen goed van elkaar onderscheiden.
Het nadeel is: we zien alleen nog maar datgene, waar we onze aandacht op richten. Hoe scherper de focus, hoe feller de lichtbundel, hoe donkerder alles eromheen wordt. Het licht verblindt de rest.
Als we onze focus verzachten, het licht wat meer diffuus maken, dan werpen we een bredere lichtbundel het bos in. We zien meer, maar wel minder fel en minder nauwkeurig.
Als we de lamp uitzetten, moeten onze ogen even wennen aan de duisternis. En misschien lijkt het even te duister, te leeg, te chaotisch en vreemd. Maar langzaam zien we steeds meer en hebben we genoeg aan het zachte licht van de sterren en de maan. We zien niet meer alleen de objecten voor ons, maar zien onze hele omgeving.
Zo is het ook met het zien van Dao.
Denkvermogen en taal is nuttig voor bepaalde doelen. Om de Dao te leren kennen moet je je ogen laten wennen aan de duisternis. Niet meer focussen op alle (fysieke of mentale) objecten in de wereld, maar zicht en gevoel krijgen voor alles wat daar tussenin ligt.
Hoewel daoïsme en stoïcisme best op elkaar lijken, zit hier dus wel een groot verschil. Waar het stoïcisme leert om ‘je zaklamp’ feller te laten schijnen en je (vermogen tot logisch) redeneren te trainen, leert het daoïsme je om de ervaring aan te gaan zonder het maken van logische onderscheiden. Focus je niet op de bomen, maar op het bos.
2: Een leeg kopje
Een andere metafoor. Neem een koffiekopje in je had. Wat zie je?
Waarschijnlijk, en niet onverwacht, het kopje: waarvan het is gemaakt, de kleur, de vorm, je voelt het gewicht, enzovoort.
Waar we doorgaans niet bewust naar kijken, is naar de lege ruimte van het kopje. Die lege ruimte maakt dat het nuttig is – er kan koffie in. De opening aan de bovenkant, maakt dat je eruit kunt drinken.
Het is de afwezigheid van iets, dat het nut geeft. Terwijl als we praten over ‘leegte’ of ‘het niets’, dan doet dat heel zweverig en mystiek aan. Maar bij het koffiekopje is het helder. Dao is zowel het kopje, als de leegte, de potentie voor koffie en alles wat dat voor je betekent.
3.2 Ervaar en volg
Dao is dus wel kenbaar, ook zonder woorden. We kunnen (de werking van) de Dao observeren, ervaren en volgen. Enerzijds door het observeren van de natuur, anderzijds door middel van je lichaam. Zoals Woei-Lien Chong zegt (Leren laveren, p.177) “Net als vele andere wijsgeren uit het Oosten filosofeerden Lao Zi en Zhuang Zi niet primair vanuit het intellect, maar vanuit het lichaam.”
Lichaam
De oefeningen van daoïsten richten zich dan ook op hoofdzakelijk twee dingen: meditatie en lichaamsoefeningen zoals Tai Chi. Loskomen van woorden en begeerten kan o.a. door meditatie, handvaardigheden, tai chi, intuïtie etc. Daar kom ik op een ander moment in andere artikelen nog wel op terug.
Natuur
Alles in de natuur is verbonden als één groot en dynamisch ecosysteem. Je kunt observeren hoe alles in de natuur werkt, groeit, in verval raakt en weer opbloeit. Je kunt zien dat wat hard en inflexibel is uiteindelijk afbrokkelt. En hoe het zachte en wendbare heel blijft in zelfs de zwaarste omstandigheden. Vroeger hadden we die binding veel meer, als we werkten op het land. Maar nog steeds: je leeft je dagelijks leven in het ritme van de natuur: het is dag, nacht, er is een moment van actief zijn en van rusten. Probeer dat niet te denken, maar te voelen.
Lichaam in de natuur
Je voelt de lucht in en uit je stromen bij iedere ademhaling. Met iedere ademhaling krijg je stoffen binnen die je nodig hebt en laat je stoffen vrij die je lichaam moeten verlaten. De lucht om je heen is er en voedt je. Intussen word je door de grond gedragen. De hele aarde tilt je op – probeer je daarvan bewust te zijn. En stabiel als dat lijkt, weet je dat deze bol door de ruimte flitst, door een onzichtbare kracht verbonden met de ster waar die omheen draait. Het gaat maar door. Volg dat gevoel, of dat ‘bewust-zijn’ van je omgeving, dan krijg je een glimp van Dao.
3.3 Lach
De Laozi is een mystieke en vrij serieuze tekst, gericht op het besturen van een rijk. Het is kernachtig en vast het daoïsme kort samen. De Zhuangzi daarentegen, is waar het daoïsme voor mij echt tot leven komt. Het is een literair meesterwerk, met prachtige kleine verhaaltjes, met een knipoog geschreven. Het is een van de weinige filosofische werken dat bol staat van de humor, hilarische overdrijvingen en andere vrolijke spitsvondigheid. En deze luchtigheid en blijheid is wat mij betreft echt inherent aan het daoïsme – niet alleen is het fijn, het heeft ook een functie.
Geen vaste grond onder je voeten
Van de humor gaan diepere boodschappen uit. Zhuang Zi beoogt hiermee namelijk een bepaald effect bij de lezer.
Steeds als hij je iets van een principe, theorie of dogma lijkt mee te geven en je vaste grond onder de voeten krijgt, trekt hij het verderop weer als een tapijt onder je vandaan. De tekst traint je als het ware om:

- ermee om te leren gaan dat er geen rotsvast fundament voor kennis is, zonder in relativisme te vervallen
- om te kunnen gaan met paradoxen, non-dualiteit en niet-absolute waarheden. Zhuang Zi geeft je de richting, niet de ‘antwoorden’ want die zijn er niet abstract en universeel – je zult het in het moment moeten ervaren.
- een open bewustzijn te houden. Zhuang Zi stelt je voor raadsels waar geen logische oplossing voor is, waardoor je je op andere vormen van kennis moet gaan beroepen. Hij legt met zachte hand en humor de ontoereikendheid van onze cognitieve vaardigheden bloot.
- de luchtigheid van de tekst is ook wat hij inhoudelijk probeert mee te geven. Het daoïsme heeft een ontspannen filosofische houding, de principes worden los gehanteerd. Anders dan in het westen waar we neigen naar haast wiskundige zuiverheid en zekerheid.
- steeds je eigen overtuigingen te toetsen en per situatie scherp te blijven wat er in dat bijzondere geval geldt
Met deze trukendoos probeert Zhuang Zi ons iets bij te brengen, of eigenlijk een verandering in ons teweeg te brengen. Het loskomen van conceptuele valkuilen, ook dat je meer in een staat van open bewustzijn komt. Een staat waarin je de dingen vanuit een ruimer perspectief ziet, dan vanuit je alledaagse bewustzijn in je drukke leven.
Wie is de Wijze?
Zhuang Zi maakt duidelijk dat je wijsheid vindt bij de mensen waar je het misschien niet verwacht, mensen die er niet mee te koop gaan lopen. De meeste wijzen waren armoedige (maar blije) zwervers met maar één voet; de andere voet afgehakt als straf voor een eerdere misdaad. En zo worden er door Zhuang Zi allerlei zonderlinge figuren opgevoerd als wijzen. Ze heten bijvoorbeeld “Liploos de Mismaakte met de Bochel” (5:V) of “Tandeloos” (7:I). Waarbij ene meester Shu het wel erg bont maakt: “Meester Shu had een kinnebak die tot aan zijn navel kwam. Zijn schouders staken boven zijn kruin uit, zijn tot een staartje gevlochten haren stonden rechtop zijn hoofd en wezen naar de hemel, zijn vijf zintuigen zaten boven op zijn schedel, zijn dijen stonden naast zijn ribben.” (4:VI).
Humor als wapen
Zhuang Zi steekt de draak met alle serieuze en hoogdravende types die met opgeheven vinger vertellen hoe het allemaal zit. Zo steekt hij vaak de draak met de o zo serieuze Confucius (Kong Fu Zi). Hij bestrijdt zijn filosofie (zie historische context bovenaan dit artikel) en daarvoor wordt Confucius regelmatig in de verhaaltjes van Zhuang Zi opgevoerd als prediker tegen zijn eigen leer en vóór die van het daoïsme. Hij wordt, met een dikke knipoog, als eerzuchtige bemoeial neergezet die een snotneus is vergeleken met de oude meester, Lao Zi.
4. Verdieping: de belangrijkste begrippen uit het daoïsme
Okee. Nu je hopelijk iets meer in de mindset zit, die past bij daoïsme, kunnen we verder de diepte in. We pakken de privéjet naar de klimaatconventie: we verdiepen intellectueel ons begrip van de Dao, in de hoop dat het daarna nooit meer hoeft.
4.1 Wat betekent wuwei

Wu wei (无为) verwijst naar een vorm van moeiteloos handelen, in overeenstemming met de natuurlijke stroom van de wereld.
Het betekent dat je handelt in harmonie met de omstandigheden – maar niet passief en willoos. Meer zoals je in judo en aikido slim gebruik maakt van de krachten van je tegenstander en met minimale bewegingen gebruik maakt van balans, disbalans, snelheid, beweging, zwaartekracht en de bouw van het lichaam. In praktische zin is wu wei te vergelijken met het idee van ‘flow’. Het nodigt uit tot een houding van acceptatie en flexibiliteit, en verwerpt de noodzaak om de wereld rigide te beheersen.
Het is het meest verkeerd begrepen idee uit het daoïsme, mede door de praktische, korte vertaling van ‘nietsdoen’.
Wuwei in de oorsprong
Als we helemaal teruggaan naar de oorsprong en de traditionele karakters ontleden, dan leren we daar de echte betekenis. Ik heb er hier al een artikel over geschreven, dus ik zal het hier iets korter weergeven.
- Wu = leegte, ruimte, iets loslaten of vrijmaken zodat er licht en ruimte ontstaat (zoals een plek vrijmaken in een dicht begroeide jungle, zodat er licht en ruimte ontstaat voor nieuwe plantjes). Meer letterlijk is de oorsprong van het karakter ‘het uitdoven van het vuur’. Interessant is dat in het boeddhisme ‘nirvana’, wat wij vertalen als ‘verlichting’, ook precies juist ‘uitgeblust’ of ‘uitdoven’ betekent.
- Wei = handelen met (forcerende) kracht, gericht op controle en het bereiken van een vastgesteld doel, op basis van een specifieke cognitieve overtuiging (tunnelvisie).
- Wuwei = Actie vanuit openheid in je denken en doen, zonder doel vanuit het ego, waardoor er lucht en licht ontstaat om de situatie te zien zoals het echt is en je daarop aansluit. Slagvaardig, trefzeker, op het juiste moment en in de juiste mate. Doen zonder te forceren, handelen in harmonie met Dao of ‘verlichte’ actie.
Wuwei is dus niet zomaar ‘met de stroom mee gaan’; het vraagt veel van je. Namelijk dat je op zoek gaat naar wat er gebeurt bij jezelf, dat berekenend en forcerend gedrag herkent en opschort. Zodat er meer ruimte ontstaat om ongefilterd te zien wat er echt aan de hand is en dat je ook alle keuzemogelijkheden ziet – en niet alleen de opties die voor jouw ego het beste uitkomen. En het vraagt dat je herkent wat nu eigenlijk de stroom is om te volgen: die van de Dao natuurlijk, en niet primair die van de organisatie waar je werkt of de maatschappij waarin je leeft. Het vraagt een filosofische oefenweg om een houding te bereiken waarbij je het natuurlijke zo-zijn der dingen de ruimte laat om zich spontaan te manifesteren en te ontplooien.
Doen wat nodig is, zonder ego
Zelfs in de meest beklemmende situaties kun je dan leren je ego zo klein te maken, dat het alsnog alle ruimte heeft om te manoeuvreren en het juiste te doen, passend bij de eigen aard en bij de situatie. Doe je dat niet, dan maak je de situatie waarschijnlijk erger, omdat je dan iets op de werkelijkheid probeert te forceren.
Hoe ziet dat gedrag eruit? Daarvoor kijken we naar het verhaal over de keukenhulp. Dit vind ik een van de mooie verhaaltjes en levenslessen van de Zhuangzi.
Zhuangzi 3:II – Kok Ding
Wanneer kok Ding voor vorst Wenhui een rund in stukken sneed, dan sloeg hij met zijn handen, beukte met zijn schouders, stampte met zijn voeten, stootte met zijn knieën, en dan klonk het ‘krak!’ en zijn mes ging van ‘zip!’, alles op de maat van de muziek. Als het niet leek op het ‘Ballet van het Moerbeibos’, dan kwam het wel overeen met de uitvoering van de ‘Serenade der Opperste Bestuursregels’. Vorst Wenhui zei dan ook: ‘Warempel! Wat is het mooi om over een dergelijke techniek te beschikken!’.
Kok Ding borg zijn mes op, en antwoordde: ‘Uw dienaar houdt van de Tao, en dat gaat verder dan alleen maar techniek. Toen ik begon met het ontleden van runderen, zag ik alleen maar hele runderen voor me. Na drie jaar zag ik geen enkel heel rund meer. Vandaag de dag benader ik ze met mijn geest en niet meer met mijn ogen. Mijn zintuigen houden op te functioneren terwijl mijn geest in actie komt. De natuurlijke structuur volgend, geef ik dan een klap op de gewrichten, snijd ik in de grote openingen, naar de manier waarop het beest in elkaar zit. Zenuwen en spieren, beenderen en gewrichten, bieden nooit de minste weerstand, laat staan grote knoken!
Een goede kok neemt eens per jaar een nieuw mes: dat is snijden. Een klungelige kok wisselt elke maand: dat is houwen. Het mes van uw dienaar doet hier al negentien jaar dienst, en er zijn enkele duizenden runderen mee in stukken gedeeld; toch is het nog zo scherp alsof het pas van de slijpsteen komt. Tussen de geledingen ontstaat ietwat ruimte, en wat mijn mes betreft: dat heeft geen omvang. Als je met iets dat geen omvang heeft binnendringt waar ruimte is, dan kun je het scherp lekker vrij rondwegen, want dan is er beslist plaats te over. Daarom gebruik ik dit mes al negentien jaar en is het nog zo scherp alsof het net geslepen is.
Toch is het zo dat elke keer als ik op een ingewikkeld punt stoot en zie dat het moeilijk gaat worden, ik me voorzichtig inhoud. Ik kijk er strak naar en ga langzaam te werk. Heel zachtjes beweeg ik mijn mes, en rats! het valt uit elkaar, als een klomp aarde die op de grond ploft. Dan sta ik rechtop, met m’n mes in de lucht, en kijk om me heen, triomfantelijk en tevreden. Daarop prijs ik m’n mes, en stop het in z’n foedraal.
”Dat is prachtig!’ zei vorst Wenhui. ‘Door naar de woorden van kok Ding te luisteren heb ik het voeden van het leven geleerd.’
Je vindt meer uitleg over de betekenis van dit fragment in dit artikel. In het kort: door zijn eigen overtuigingen en ego klein en scherp te houden, behoudt de kok alle ruimte om te manoeuvreren in een lastige situatie. Je kunt bot doorhakken, maar daarmee kun je ook het gerecht verzieken je verliest je mes zijn scherpte. Met een dik ego kom je vast te zitten in de situatie: je bent teveel bezig met wat jij wilt bereiken en hoe jij gezien wil worden. Daardoor mis je allerlei andere mogelijkheden – namelijk de mogelijkheden waar de situatie om vraagt.
4.2 Wat betekent de

De titel van boek “Dao-de-jing” bestaat uit drie woorden: Dao (de Weg), de (deugd / innerlijke kracht) en jing (boek). Dus in het Nederlands betekent Daodejing “Het boek van de Weg en de Innerlijke kracht”. Naast Dao is de (德) dus een belangrijk begrip. De spreek je uit als ‘duh’.
Als we de als ‘deugd’ vertalen, dan kan dat zuinig, christelijk en braaf klinken. Een beetje het kleinburgerlijk moraal, een sociale conventie waar je je vooral aan moet houden. Maar zo was het niet in de oudheid. Niet bij de Grieken (ἀρετή, arete), niet bij de Chinezen. Daoïsten zetten zich destijds juist af tegen de confucianistische notie van deugd. Laten we dat eens beter bekijken en vergelijken met de Griekse deugd.
Innerlijke kracht
- Bij de Grieken betekent ‘deugd’ meer voortreffelijkheid (van karakter).
- Bij de Chinezen betekent’deugd’ meer innerlijke natuurlijke kracht (als in: een uiting van Dao door jou).
- Voor beide zit er iets in dat je je functie als mens volledig volgt / uitvoert, handelt in overeenstemming met de Natuur en (dus) met je ware eigen aard.
- Je bent dan een goed mens; niet per se in ethische zin, maar een ‘goed gelukt’ mens. Bij de Grieken zit die ethische prestatie als doel er sterker in. Dat vraagt vorming en ontwikkeling. Bij daoïsten gaat het meer over een natuurlijke gave dan om een ethische prestatie.
- Bij daoïsten gaat het er meer om, dat je je natuurlijkheid niet in de weg staat, maar volledig tot uiting laat komen. Daarvoor moet je geen kennis opdoen, maar juist ’terug’ moet naar de bron van natuurlijke spontaniteit. Zij vinden dat meer authentiek, dan dat je ‘gemaakt’ een bepaald ideaal gedrag laat zien.
Die ‘kracht’ komt voort uit het leven in overeenstemming met de Dao. “Mensen die de Weg volgen, bezitten De, de innerlijke kracht die hen ondersteunt” (Laozi 21).
Als Dao de voedingsbodem is, dan is de een bloem die daaruit groeit. En iedereen is van nature anders en brengt dus een andere bloem voort.
~ Remco
Het daoïsme geeft daardoor geen vaste leefregels. Wel geven ze in grote lijnen aan welk gedrag in harmonie is met Dao en welk gedrag niet. Bijvoorbeeld geen hebzucht, agressie, opschepperij, schade aanrichten, gericht zijn op status en eigenbelang. Maar wel kalmte, vrij zijn van begeerten, zachtheid, je innerlijke kracht bewaren. Als je de Dao volgt, pluk je deze vruchten ‘vanzelf’.
4.4 Wat betekenen ziran en pu?
We hebben eerder gezien dat Dao nauw verwant is met een begrip van wat ‘van nature’ zo is. Dat komt uitgebreider terug in de begrippen ziran en pu.
Ziran

Ziran (自然) betekent “spontaniteit” of “natuurlijkheid”, het in harmonie zijn met de natuurlijke ordening van het universum zonder inmenging. Ziran spreek je uit als ‘dzz-ran’, met een zachte ‘r’. Natuurlijkheid wil zeggen dat alles in het universum een inherente neiging heeft om zich te gedragen volgens zijn eigen aard. Spontaniteit wil zeggen dat handelingen of gebeurtenissen gebeuren zonder dwang, planning of egoïstische intenties. Deze spontaniteit en authenticiteit zou volgens het daoïsme niet belemmerd moeten worden door menselijke conventies of regels, in een poging om de wereld te beheersen of te veranderen. Het is het behouden van de essentie van de Dao zelf: dingen laten gebeuren zoals ze natuurlijk bedoeld zijn.
Pu

Waar ziran het principe is, is pu (朴) de praktijk of de manifestatie. Pu, uit te spreken als ‘phoeh’ betekent letterlijk “onbewerkt hout” of “eenvoudige boomstam.” Het symboliseert een staat van puurheid, eenvoud en ongereptheid, voordat iets door menselijke intenties of verlangens wordt gevormd of veranderd. Het is een metafoor voor de oorspronkelijke staat van de natuur (en de mens), vrij van complicaties, kennis en begeerte. Het is ongerept: een toestand waarin niets overbodigs is toegevoegd, veranderd of verwijderd. Ongesneden hout kan nog alles worden – in z’n pure vorm is het perfect, compleet en bevat het nog z’n volledige potentieel. Daoïsten zien alles wat beoogt om deze ruwe authentieke staat te veranderen (te ‘verbeteren’) als een schadelijk.
Men klooft het onbewerkte hout om er offervaten uit te maken. Doe hetzelfde met de Wijze en je krijgt een hoofdambtenaar!
~ Lao Zi
Dus ziran gaat over het zijn zoals dingen van nature zijn—spontaan en zonder dwang. Pu symboliseert de pure, onbewerkte staat van die natuurlijkheid. Samen vormen ze een kernprincipe van Daoïsme: terugkeren naar eenvoud en het natuurlijke verloop van het leven om in harmonie met de Dao te leven.
Leegte en nutteloosheid

In het verlengde daarvan, wil ik ook stilstaan bij ‘leegte’ en ‘nutteloosheid’, die in het daoïsme juist als potentie en oneindig nuttig worden ervaren.
Want waarom zou iets dat ‘nutteloos’ is iets anders moeten zijn dan dat? Nuttig voor wie – de mens? Nuttigheid is voor daoïsten nu precies weer de menselijke bril waarmee we de natuur in kijken. Laat al het mooie lekker zijn wat het is! Dat is goed genoeg. Natuurlijkheid is belangrijker dan het nut voor de mens.
Verder kan je je afvragen of ons beeld van nut wel klopt. Als je nuttig bent voor bijvoorbeeld de heerser van dat moment, dan wil hij je hebben en gebruiken. Doe je dat niet, dan kost het je je kop. Doe je het wel, maar val je tegen, dan kost het je je kop. Doe je het goed maar valt de heerser, dan kost het je je kop. Daoïsten houden hun hoofd liever, ook als dat betekent dat je je principes voor jezelf houdt. Wie ‘onbruikbaar’ is wordt met rust gelaten en kan zichzelf zijn. Eigenlijk heel nuttig dus.
Liever nutteloos lekker je leven leiden zoals je wil, dan door je talenten gescout worden en tot ambtenaar gemaakt worden en vermalen worden in de politieke intriges (in die tijd kostte politieke wisseling letterlijk je kop) of uitgeput worden voor je productiviteit (burnout, tegenwoordig).
Je vindt er hieronder een paar tekstfragmenten over.
Zhuangzi wees er zelf politieke functies voor af:
Zhuangzi 17:V – De visser
Zhuang Zi zat eens te vissen in de Bu-rivier. Toen kwamen er twee raadslieden die door de koning van Chu gestuurd waren hun opwachting maken, met de boodschap: “Graag zou ik u met het bestuur van mijn gebied willen belasten!”
Zhuang Zi liet zijn hengel niet los, en zonder zich om te draaien zei hij tot de raadslieden: “Ik heb gehoord dat er in Chu een heilige schildpad is die al drieduizend jaar geleden gestorven is, maar die door de koning bewaard wordt in de grote zaal van de voorvadertempel, in een met brokaat omwikkelde doos. Denken jullie dat die schildpad zou kiezen om te sterven om zijn gebeente zo bewaard te zien of dat hij liever was blijven leven en z’n staart door de modder liet slepen?”
“Hij zou liever blijven leven en z’n staat door de modder laten slepen,” antwoordden de raadslieden.
“Weg met jullie!” zei Zhuang Zi. “Ik verkies om mijn staart door de modder te laten slepen.”
4.6 Wat betekenen qi, yin en yang
Ik behandel qi, yin en yang graag in hun samenhang. De begrippen zijn niet door het daoïsme uitgevonden, maar bestonden al.
Interactie

- Qi verwijst naar de levensenergie / levenskracht die door alles stroomt en alles in beweging houdt. Het begrip qi kan worden gezien als een aspect van hoe de Dao zich manifesteert in het fysieke universum. Qi wordt ook wel eens als ‘chi’ geschreven en spreek je uit als ’tsjie’.
- Het idee van yin en yang is dat alles in het leven en de natuur bestaat uit een voortdurende interactie tussen twee tegenpolen die elkaar beïnvloeden, aanvullen en in balans houden. In het westen denken we dan aan tegenstellingen, maar Yin en Yang zijn complementair aan elkaar, veronderstellen elkaar en werken op elkaar in.
- Yin (zwart in het symbool) is de ontvangende kracht, die de omstandigheden creëert waarin verandering en groei kunnen plaatsvinden. Het is meer introvert en het zorgt voor stabiliteit en rust.
- Yang (wit in het symbool) is de actieve kracht, die beweging en verandering teweegbrengt. Het is meer extrovert en zorgt voor dynamiek en vooruitgang.
Gevolgen
- Deze balans is essentieel voor harmonie en de gezondheid van het individu en de samenleving. Qi zelf is dynamisch en kan versterkt, verzwakt of gestagneerd raken door de balans van yin en yang. In de traditionele Chinese geneeskunde wordt gezondheid gezien als het resultaat van een evenwicht tussen yin en yang in het lichaam. Als deze krachten in balans zijn, functioneert het lichaam goed. Wanneer er een disbalans is (bijvoorbeeld te veel yin of te veel yang), kunnen ziektes ontstaan. Op dezelfde manier zien zij doorwerking op het mentale en spirituele niveau.
- Dit betekent dat je moet leren wanneer je actie moet ondernemen (yang) en wanneer je moet rusten of loslaten (yin). Te veel yang (bijvoorbeeld overmatige activiteit, agressie, of opwinding) kan leiden tot uitputting of ziekte, terwijl te veel yin (zoals lethargie, stilte, of passiviteit) kan resulteren in stagnatie of verwarring.
- Je ziet hier ook, waarom wuwei zo belangrijk is. Je wilt namelijk niet op zo’n manier handelen, dat yin en yang uit balans raken, qi wordt verstoord en je de situatie dus veel erger maakt door jouw bemoeienis.
Het Yin-Yang Symbool
Het bekende yin-yang symbool (ook wel het “taijitu” genoemd) visualiseert de relatie tussen yin en yang. Wat drukt dit symbool uit:

- Cirkel = eenheid. De cirkel geeft aan dat het hier niet om een dualistisch idee gaat, maar dat er een onderliggende eenheid is.
- Golvende scheiding = dynamisch, vloeiend. De twee krachten zijn niet star of strikt gescheiden, maar gaan voortdurend in elkaar over, afhankelijk van de omstandigheden.
- Stippen = in elkaar aanwezig. In beide delen bevindt zich een klein stukje van de andere kleur. Dit geeft aan dat er altijd een beetje van de tegengestelde kracht aanwezig is in de andere. Maar ook drukt het transformatie uit: wat vandaag donker of negatief lijkt, kan morgen helder en positief worden, en omgekeerd. De zwarte helft (yin) heeft een klein wit stipje (yang), wat suggereert dat er altijd beweging en verandering is, zelfs in rust en stilte. De witte helft (yang) heeft een klein zwart stipje (yin), wat betekent dat zelfs de meest actieve en energieke dingen ook een kalmerende en passieve kant hebben. Een voorbeeld zie je in haat en liefde: als je iets haat, gaat het blijkbaar om iets heel belangrijks voor je. Er is iets slechts gebeurd met iets dat je lief is, daardoor haat je. Andersom: we zien aan echtscheidingen hoe liefde kan omslaan in haat.
Letterlijk of figuurlijk?
Ik ben op het punt van qi, yin en yang wat terughoudend. Waar ik het begrip Dao goed kan volgen, weet ik minder goed wat ik met deze ideeën aan moet. Zijn ze onlosmakelijk verbonden met het daoïstische gedachtengoed en belangrijker nog, een daoïstisch leven? Of waren dit ’toevallig’ de begrippen in de kosmologie van die tijd, en is het meer context dan onderdeel van daoïsme?
Er zullen misschien mensen zijn die me vanuit daoïsme zouden vertellen waarom dit onlosmakelijk onderdeel is. Met name als men zich bezighoudt met acupunctuur en andere traditionele Chinese geneeskunde, of met lichaamsoefeningen zoals qigong of ta chi. Ik kan er niets aan doen, maar het trekt me gewoon niet. Misschien is dat de reden dat ik dat ‘gat’ opvul met de meer praktische oefeningen van het stoïcisme. In die zin, zijn de begrippen qi, yin en yang voor mij vooral figuurlijk: ze helpen te begrijpen hoe de Dao werkt en hoe verstorend ons handelen soms kan zijn – en daar zijn namen aan gegeven, die ik figuurlijk interpreteer.
5. Conclusie en persoonlijke reflectie
Het daoïsme legt de nadruk op eenvoud, natuurlijkheid en harmonie. Het verwerpt de dwangmatige structuren van zowel maatschappij als ego en nodigt ons uit om terug te keren naar een meer authentieke en spontane manier van leven. Een perspectief dat mist en zeer welkom is in het leven van nu.
Maar dit artikel is lang genoeg geweest. In volgende artikelen ga ik meer in op de praktische toepassing in vier domeinen: persoonlijk, professioneel, politiek en primordiaal. In andere artikelen zal ik ingaan op concrete ideeën voor in de samenleving en in het gezin.
Effect op mij
Na 25 jaar bestuderen van Dao weet ik dat het daoïsme niet zulke concrete adviezen geeft als het stoïcisme. Tegelijk beïnvloedt het daoïsme mijn denken en zijn op een niet te onderschatten manier.

- Ik kan vrij serieus en ernstig zijn. Het daoïsme heeft me mijn (zelf)spot en spontane, grappige, luchtige kant steeds nieuwe energie gegeven.
- Ik hou van controle en overzicht. Het daoïsme daagt me steeds opnieuw uit de futiliteit daarvan onder ogen te zien.
- De problemen op het werk, discussies en andere (taal)dilemma’s kan ik vaker zien zoals ze zijn: absurd en volledig losgezongen van de realiteit, een papieren werkelijkheid en problemen die alleen in onze opvattingen bestaan – maar waar we allemaal heel gewichtig over doen. Dit verzacht en relativeert, waardoor je er met minder ego naar kunt kijken en nieuwe oplossingen kunt zien.
- Okee zijn met onzekere kennis in een dynamische wereld; omgaan met paradoxen, complementariteit, ‘en-en’ denken.
- Waardering voor het natuurlijke, spontane en authentieke in de wereld. De wereld zien zonder antropocentrisme. De mens is niet de maat der dingen.
Ik hoop dat dit artikel je een dieper begrip heeft gegeven van het daoïsme, en nog meer dat het (een begin van) zulke veranderingen in jou teweeg kan brengen.