De bron in jezelf – Tao en wuwei

De centrale gedachte van deze website is dat de wijsheid die je zoekt al in je zit. Je hebt een bron in jezelf, waar je bij kunt leren komen. Waarom noem ik dat een bron? En hoe doe je dat dan? Daarover gaat dit artikel. En om antwoord te geven op die vragen, gebruik ik twee sleutelbegrippen uit het daoïsme: Tao (hierna: Dao) en wuwei.

Wil je het uitgebreidere artikel lezen over daoïsme (en waarom zowel met T als D geschreven)? Klik dan hier.

Dao

De Tao als bron in jezelf

Zoals de naam doet vermoeden, is de Dao is het centrale woord van het daoïsme, waarover boeken vol geschreven staan. Ik probeer de uitleg ervan tot de kern te brengen, al is een omschrijving simpelweg nooit de Dao zelf. Ik noem hieronder een paar beschrijvingen.

Dao als bron

Wat is Dao eigenlijk? We duiken er meteen in, met het eerste hoofdstuk uit het eerste boek van daoïsme.

Laozi / DaodeJing hoofdstuk 1

De eeuwige Dao
kan niet in woorden worden uitgedrukt.
De eeuwige naam
kan niet worden genoemd.

Het niets: een naam voor de herkomst van de tienduizend dingen.
Het iets: een naam voor de moeder van de tienduizend dingen.

Waarlijk: voor immer bevrijd van begeerte,
mag je het mysterie aanschouwen.
Blijf je altijd vol verlangens,
dan zie je slechts wat je beoogt.

Deze tegenstelling is het gevolg
van het door namen te scheiden
van wat oorspronkelijk één was.

Dit eenzijn heet: het duistere.
In het duistere van dat duistere schuilt
de poort tot de massa mysterieën.

Mocht je denken, wat cryptisch.. dat klopt. In deze tekst wordt immers geprobeerd iets uit te drukken, waarvan de schrijver al meteen zegt dat het niet in woorden uit te drukken valt. Laten we een ruwe eerste poging doen. Dao is:

  • De oorsprong van alles. Het is zowel de schepper, als hetgeen geschapen is en al het Niets waaruit alles voortkomt. In die zin heeft het veel weg van een god zoals in veel godsdiensten – met het grote verschil dat het niet gaat om een persoonlijke god of een bewuste actor die alles ontworpen heeft, maar eerder een natuurkracht waar alles spontaan uit ontstaat in steeds veranderende vorm.
  • Alle dingen in de wereld zijn een verschijningsvorm van de Dao. Als we ons blindstaren op die losse dingen, zien we de Dao niet. Als we wat uitzoomen, kunnen we de Dao wel ervaren.
  • Letterlijk vertaald is Dao ‘het pad’ of ‘de weg’, betekent ook wel ‘de kunst van het …’ (de manier waarop je iets doet met grote vaardigheid).
  • Samengenomen kun je zeggen: ‘Dao is hoe alles werkt’. Alle natuurwetten en wetenschappen samengenomen in één woord is Dao. Het is hoe de dingen zijn, hoe ze veranderen, groeien, dood gaan, uiteenvallen, weer nieuwe dingen worden, hoe planeten komen en gaan, hoe sterrenstelsels gevormd worden en vergaan, enzovoort. Van de kleinste microbe tot het grootste hemellichaam.
  • Anders gezegd, is het een autoregulerend principe van het universum. Een systeem dat zichzelf in balans houdt in cyclische bewegingen van op, neer, in, uit, leven, dood, eb, vloed, dag, nacht, yin en yang.
  • Als ik het iets poëtischer zou omschrijven, zou ik het ‘de ademhaling van de wereld’ noemen.

Jij en ik maken ook deel uit van Dao. Het leeft door ons, ‘het ademt door ons’, zou je kunnen zeggen. En daarmee staan we er mee in contact en kunnen we het ‘kennen’. Het is de bron in onszelf waarin ‘hoe de wereld werkt’ verscholen ligt. Dus: een bron van wijsheid, niet buiten je, maar gewoon al in jezelf.

Leven in harmonie met de Dao is voor daoïsten het hoogste doel. Want niets is effectiever dan de Dao zelf. Daoïsten kijken dus naar hoe ze Dao kunnen ervaren, begrijpen (minder met woorden, meer met intuïtie) en ervan kunnen leren voor hun eigen gedrag.

Om een idee te krijgen van hoe je kunt zien hoe de Dao werkt en wat je daarvan kunt leren, wordt Dao vaak vergeleken met water.

Dao als water

Laozi

De Dao is als water:

  • Het voedt alles dat leeft, maar is er niet de baas over en vraagt er niets voor terug.
  • Het is groots, maar stroomt nederig naar het laagste punt.
  • Het is zacht en vloeibaar, maar als het lang genoeg over een steen stroomt slijt het water de steen in de vorm die bij de stroming past. Het zachte overwint het harde.
  • Het neemt alle vormen aan, maar blijft zichzelf.
  • Het discrimineert niet, het doet voor iedereen hetzelfde en verdrinkt iedereen die er niet te lang in kan verblijven. Tenzij je je aanpast: een vis kan dat namelijk prima.

Als je een effectief leven wilt leiden dat bij je natuurlijke aard past, kun je dit maar het beste nadoen in je eigen leven. Want, zeggen daoïsten: alles wat zich in de natuur zo gedraagt, is effectief en leeft lang en zonder zorgen. Het betekent niet dat je passief door het leven moet, ‘willoos’ als water. De analogie wil zeggen dat je altijd leert terug te keren naar je natuurlijke aard en je voegt naar de situatie; de situatie onder ogen ziet en van daaruit handelt. En dat je je gedrag meer spontaan en authentiek vanuit je natuurlijke aard laat komen en ook naar de situatie om je heen kijkt als hoe het proces van nature loopt – niet om jouw wil erop te forceren.

Je zou ook kunnen zeggen dat gras niet groeit door eraan te trekken, maar door het te voeden en te beschermen – en misschien wel gewoon z’n gang te laten gaan, want de natuur doet de rest. We raken nu aan de spontaniteit en het natuurlijke verloop van dingen. Daarmee komen we bij het tweede sleutelbegrip: ‘wuwei’.

Als je wilt, kun je eerst nog even deze video kijken over daoïsme. Het geeft er geen diep begrip van, maar laat je wel kennismaken met het karakter en de stijl van daoïsme. Let niet op de vergelijking met stoïcisme aan het begin, want daar gaat de video verder niet op in en doet stoïcisme geen recht.

Wu wei

Wu wei als manier om bij de bron in jezelf te komen

Veel voorkomende vertalingen zijn:

  • Doen door niet te doen
  • Doen zonder te forceren
  • Doen in overeenstemming met de Dao
  • Effortless action (bij gebrek aan een goed klinkend Nederlands alternatief)

Er zijn meerdere problemen met dergelijke vertalingen. Zeker voor wie oppervlakkig kennismaakt met het daoïsme komt het over als passief zijn, niets doen, go with the flow, lekker laten gaan. En dat is niet wat de klassieke daoïstische schrijvers probeerden over te brengen.

Ik zie veel moderne schrijvers meer moeite doen om het beter uit te leggen. De Nederlandse sinologe Woei-Lien Chong steekt daar met kop en schouders bovenuit. Zij gaat echt terug naar de oorsprong van de betekenis. Ik put hieronder dus uit hoofdstuk 11 van haar boek ‘Filosofie met de vlinderslag; de daoïstische levenskunst van Zhuangzi’.

Wu wei man op os

Wu wordt wel eens met niet vertaald, wei met doen.

Een vertaling van ‘niet’ schiet tekort. Het woord Bu betekent ‘niet’. Wu betekent letterlijk zonder, maar heeft filosofisch een diepere betekenis. Daarvoor is kennis van klassieke Chinese karakters (tekens) nodig. Chinese tekens zijn niet als het Griekse alfabet fonetische klanken, maar zijn pictogrammen, of ‘plaatjes’ van iets.

Het karakter Wu (無) is een plaatje dat de afwezigheid (bovenste deel: 亡) van vuur (onderste deel: 灬) betekent. Het gedoofde vuur is een metafoor voor een toestand waarin energie niet wordt verspild, maar kan ook worden gezien als ‘zonder ego’. Interessant is dat nirvana in het boeddhisme door ons vertaald wordt als ‘verlichting’, maar precies dit betekent: het doven / uitblussen van het vuur. Zonder ego verdwijnt de illusoire scheiding van de eenheid. Het is een boeiende gedachte dat hier iets soortgelijks wordt bedoeld. Het idee van handelen vanuit een verlichte toestand helpt wuwei te begrijpen. Door niet te doen vanuit ego en te stoppen met aanwakkeren van geforceerde actie, ontstaat een natuurlijke balans.

Woei-Lien Chong wijkt hier in haar interpretatie van af, maar wel eentje die tot de verbeelding spreekt: een groep mensen die een open plek in het bos vrijhakt. Hoewel dat niet precies lijkt, geeft het met een beetje poëtische vrijheid wel een goed beeld dat helpt bij het begrip van wuwei. Stel je een dichtgegroeid, donker woud voor. Verstikkende begroeiing wordt weggehakt: er ontstaat ruimte en licht voor de komst van nieuw leven. Nieuwe plantensoorten, nieuwe insecten, leven dat er eerst onmogelijk was. Die ruimte is in het daoïsme geen negatieve ‘leegte’, maar een bron van potentie en nieuwe mogelijkheden. De dichtgegroeide ruimte staat hier voor ons denken en voelen, wat compleet verstrikt is geraakt in overtuigingen, opvattingen, denkbeelden, de taal, concepten, sociale rollen, enzovoort. Pas als het je lukt, met veel oefening, om die uit de weg te ruimen, dan pas kun je de situatie met nieuwe ogen en zonder filter zien. Er ontstaat een nieuw speelveld met nieuwe mogelijkheden.

Wu omvat volgens Chong deze beide elementen: 1) iets vrijmaken met als doel om 2) ruimte en licht te maken voor iets anders. Etymologisch kun je zeggen dat 1) het ego wordt losgelaten, er 2) geen geforceerde actie plaatsvindt voor 3) een natuurlijke balans. Wu betekent dat je speelruimte laat voor de situatie zoals die is. Het is een heel actieve houding en manier van doen.

In plaats van ‘niet’ zou een betere vertaling in de richting moeten zitten van: ruimte, ademruimte of speelruimte maken, openheid creëren, blokkades uit de weg ruimen, loslaten, oordelen opschorten, of ‘verlicht’.

Wéi

Het karakter Wei heeft volgens Chong drie betekenissen, afhankelijk van de context en de toon waarop je het uitspreekt. Deze betekenissen zijn 1) “handelen” (doen), 2) “beschouwen als” (dus iets wat je cognitief doet, de indruk die je krijgt / hoe je naar iets kijkt) en 3) “ter wille van / met het oog op / ten behoeve van” (dus een bepaald doel voor ogen). Als wat je doet, denkt en tot doel neemt absoluut is in je handelen, dan heb je een ontzettende tunnelvisie en filter in je waarneming.

Etymologisch zie je in Wei (為) drie delen: een klauw of hand (爪) voor grijpen of handelen, een os (牛) als sterk dier dat arbeid om het land verricht, (in vroegere interpretaties werd er ook wel olifant (象) geassocieerd) en vuur (灬) dat aangeeft dat de handeling energie of beweging bevat, actie die iets transformeert.

Hoe ziet typisch Wei gedrag er dan uit, zonder de Wu ervoor? Iemand die voor een probleem maar één oplossing ziet, die forceert, en al het andere moet wijken. Denk aan een gesprek waarin de ander je niet laat uitpraten, omdat diegene vooral bezig is het volgende moment te vinden om diens eigen punten in te brengen. Zoiemand die niet wil luisteren beschouwt het gesprek als een debat of krachtmeting, met het oog op het aantonen van zijn of haar eigen gelijk. Andere voorbeelden zijn een leidinggevende die je alleen als een middel voor productie ziet, een mens die de ander alleen als lustobject voor diens eigen seksuele driften ziet, een populist die met retoriek de antwoorden geeft waarmee hij de stemmen krijgt.

Mensen doen dat, omdat ze willen laten zien dat ze de antwoorden hebben en daadkrachtig willen overkomen. Want dat lijkt te zijn wat er van ons verlangd wordt. Vanuit je rol of functie op werk, wat voor jou belangrijk is, welke regels daarbij horen, je sociale doelen enzovoort, maken dat je op een manier reageert die mogelijk helemaal niet goed is voor de situatie. Hoe harder we geloven dat de werkelijkheid aan een bepaalde structuur moet voldoen, hoe harder we zelf aan het werk zijn om die structuur te forceren. Het is onbegonnen werk.

Wu + Wei

Neem je ze samen, dan betekent het dus dat je actief op zoek gaat naar wat er gebeurt bij jezelf, dat wei-gedrag herkent en opschort. Zodat er meer ruimte ontstaat om ongefilterd te zien wat er echt aan de hand is en dat je ook alle keuzemogelijkheden ziet – en niet alleen de opties die voor jouw ego het beste uitkomen. Zelfs in de meest beklemmende situaties kun je dan leren je ego zo klein te maken, dat het alsnog alle ruimte heeft om te manoeuvreren en het juiste te doen, passend bij de eigen aard en bij de situatie.

Vaak staat er niet wuwei, maar ‘weiwuwei’, ook wel vertaald als ‘doen zonder te doen’. Dit benadrukt dat er wel degelijk een actieve handeling plaatsvindt, maar wel eentje die in lijn is met bovenstaande uitleg. Dan wordt het heel doelgericht handelen, zonder verspilde energie.

Na het opschorten, is de bedoeling van de gemaakte ruimte dat je ook intuïtief, spontaan en in harmonie met de Dao kunt handelen. Het heeft dus echt een eigen functie, anders dan dat je iets niet doet. Daoïsten zouden misschien zeggen dat stoïcijnen die gemaakte ruimte direct alweer opvullen met hun logica, maar dat terzijde.

Overigens heb ik dit nog niet eerder gelezen, maar het komt op mij over alsof wu eigenlijk veel yin energie heeft (ontvankelijk, leeg) en wei veel yang energie (actief, energie). Samen vormt wuwei dan een gebalanceerde handeling, zonder teveel van het een of teveel van het ander. Maar dus zeker geen ‘nietsdoen’. Ik ben niet zeker dat deze interpretatie hout snijdt, maar het lijkt mij een goede aanvulling.

Hoe ziet dat gedrag eruit? Daarvoor kijken we naar het verhaal over de keukenhulp.

Zhuangzi hoofdstuk 3 paragraaf II: Het verhaal van de keukenhulp

Wanneer kok Ding voor vorst Wenhui een rund in stukken sneed, dan sloeg hij met zijn handen, beukte met zijn schouders, stampte met zijn voeten, stootte met zijn knieën, en dan klonk het ‘krak!’ en zijn mes ging van ‘zip!’, alles op de maat van de muziek. Als het niet leek op het ‘Ballet van het Moerbeibos’, dan kwam het wel overeen met de uitvoering van de ‘Serenade der Opperste Bestuursregels’. Vorst Wenhui zei dan ook: ‘Warempel! Wat is het mooi om over een dergelijke techniek te beschikken!’.

Kok Ding borg zijn mes op, en antwoordde: ‘Uw dienaar houdt van de Dao, en dat gaat verder dan alleen maar techniek. Toen ik begon met het ontleden van runderen, zag ik alleen maar hele runderen voor me. Na drie jaar zag ik geen enkel heel rund meer. Vandaag de dag benader ik ze met mijn geest en niet meer met mijn ogen. Mijn zintuigen houden op te functioneren terwijl mijn geest in actie komt. De natuurlijke structuur volgend, geef ik dan een klap op de gewrichten, snijd ik in de grote openingen, naar de manier waarop het beest in elkaar zit. Zenuwen en spieren, beenderen en gewrichten, bieden nooit de minste weerstand, laat staan grote knoken!

Een goede kok neemt eens per jaar een nieuw mes: dat is snijden. Een klungelige kok wisselt elke maand: dat is houwen. Het mes van uw dienaar doet hier al negentien jaar dienst, en er zijn enkele duizenden runderen mee in stukken gedeeld; toch is het nog zo scherp alsof het pas van de slijpsteen komt. Tussen de geledingen ontstaat ietwat ruimte, en wat mijn mes betreft: dat heeft geen omvang. Als je met iets dat geen omvang heeft binnendringt waar ruimte is, dan kun je het scherp lekker vrij rondwegen, want dan is er beslist plaats te over. Daarom gebruik ik dit mes al negentien jaar en is het nog zo scherp alsof het net geslepen is.

Toch is het zo dat elke keer als ik op een ingewikkeld punt stoot en zie dat het moeilijk gaat worden, ik me voorzichtig inhoud. Ik kijk er strak naar en ga langzaam te werk. Heel zachtjes beweeg ik mijn mes, en rats! het valt uit elkaar, als een klomp aarde die op de grond ploft. Dan sta ik rechtop, met m’n mes in de lucht, en kijk om me heen, triomfantelijk en tevreden. Daarop prijs ik m’n mes, en stop het in z’n foedraal.’

‘Dat is prachtig!’ zei vorst Wenhui. ‘Door naar de woorden van kok Ding te luisteren heb ik het voeden van het leven geleerd.’

Wat misschien een vermakelijk verhaaltje lijkt, werpt veel licht op de daoïstische filosofie. Ik werk hem wat meer uit:

  • De runderen zijn de situaties waarin we in ons leven te maken krijgen, met name de beenderen en gewrichten zijn ‘problemen’ waar we op stuiten.
  • Het mes is de geest en ook wat we nu ‘het ego’ zouden noemen.
  • In een probleemsituatie zien we vaak maar één of enkele uitwegen. We zitten klem en forceren ons een weg naar buiten. Maar als je ego heel klein wordt (geen omvang heeft) krijgt het binnen de situatie eigenlijk alle bewegingsvrijheid die het nodig heeft. Door je ego (met al z’n voorkeuren, afkeuren, oordelen, beperkte perspectief) te reduceren, zie je dat er veel meer ‘openingen’ zijn waar je doorheen kunt. Opties die je eerder niet kon zien of niet doorheen paste. Je volgt de context, flow, aard, natuur, proces of hoe je het ook wilt noemen. Je doet de situatie zo min mogelijk geweld aan, en snijdt vloeiend door het probleem. Je doet dat, omdat je niks voor je eigen ego te behalen hebt. Je bent niet bang een deukje op te lopen. Je gaat naar de oplossing die de situatie vraagt, in plaats van de oplossing zoals jij die het liefst ziet. Met een klein ego houd je je geest scherp.
  • Je ziet hier ook het typisch daoïstische ideaal van een vaardigheid in actie. Geen beschouwing vooraf, geen logische redenatie of al te veel anatomische uitleg. De kok gaat al voelend te werk. In zijn werk zit spontaniteit, intuïtie, gevoel, flow. Het leeg maken van de geest, in plaats van het vullen met ‘benodigde’ informatie. En vergis je niet, er zit negentien jaar oefening in zijn kunst. Maar die kennis is lichamelijke kennis, actie-kennis, geen theoretische kennis. Pas dan kan je volgens daoïsten voeling hebben met de natuur. Dat geldt voor runderen snijden niet anders dan conflicten oplossen op het werk of andere levenssituaties.

Er zit dus meer in wuwei dan ‘niets doen’, zoals je ziet. Het vraagt juist een filosofische oefenweg en een heel goed gevoel voor timing en proportionaliteit wat je in situaties te doen hebt. Een houding waarbij men het natuurlijke zo-zijn der dingen, hun innerlijke potentieel, de ruimte laat om zich spontaan te manifesteren en te ontplooien. Op deze wijze blijft niets ongedaan.

Een betere vertaling

Een betere vertaling past niet in een enkele woorden, dus ik snap natuurlijk de schrijvers heus wel, die voor een eenvoudige vertaling kiezen. Maar als ik wat meer woorden mag gebruiken, dan zou ik het vertalen als: Openheid in je denken en doen, zonder doel vanuit het ego, waardoor je de situatie ziet zoals het echt is en je een (re)actie kiest die past bij hoe een proces vanuit zichzelf werkt.

Of zoals Woei-Lien Chong zegt:Wuwei betekent niet “niet-doen”, maar juist slagvaardig en trefzeker handelen in optima forma, met perfecte timing, maat en proportie.

Gezamenlijke oorsprong, unieke uiting

Deze bron van wijsheid krijgt in ieder van ons een unieke uiting. Tegelijk is de bron geen louter subjectieve ‘waarheid’, maar een gemeenschappelijke bron. Zo zie je dat bijna alle wereldreligies een bepaalde mate van gematigdheid, zuiverheid, rust, goedheid, nederigheid, rechtvaardigheid en overgave aan het grotere bevatten. Of je nu bidt, mediteert, vast, reflecteert of zingt, er zit een verbindende factor in met verschillende uitingsvormen. Dit versterkt het idee dat religies, levensbeschouwingen, filosofieën en wetenschappen die een weg naar binnen wijzen uiteindelijk op dezelfde bron van wijsheid gebaseerd zijn.

Als het je lukt om wat langer kalm te worden en je hoofd tot stilte te manen, kom je bij je eigen bron van wijsheid. Om dit besef te versterken en in de praktijk te ervaren, vind je hier een aantal tips. Wil je een deel van de strekking van dit artikel in een video zien, zie dan hieronder.

Conclusie

Als we het concept van Dao gebruiken, accepteren we dat alles vanuit de Dao voortkomt, ook wij mensen. We delen dan dezelfde oorsprong en worden ‘gedragen’ door deze werkelijkheid, zoals we lucht inademen en water drinken. De Dao laat ook zien wat in de wereld het beste werkt of het meest natuurlijk en effectief is. Dit begrip zit in ons, als deel van de Dao. Onze lichamen, onze hersenen, onze ‘ziel’, alles is uiteindelijk een uiting van de Dao. En dus moeten we in staat zijn deze Dao te voelen en ernaar te handelen.

Maar onze denkbeelden en overtuigingen zitten in de weg. We zijn te gefocust op ons zelfbehoud, onze behoeften, status, geld, gezondheid, onze relaties, alles wat ons dierbaar is. Daar zijn goede redenen voor. Maar het helpt ons niet als we zoeken naar wijsheid.

Om die connectie met de Dao, de bron van wijsheid in onszelf, terug te vinden, moeten we rust vinden, stil worden, ruimte maken: wu wei. Beknellende overtuigingen die onze verbinding met de Dao blokkeren ‘weghakken’ en de lucht, licht en speelruimte vinden in hoe we de dingen zien, hoe we denken en hoe we doen.

Scroll naar boven