In dit artikel sta ik stil bij leven zonder religie. Ik ga religie niet verdedigen of niet bekritiseren. Ik wil het beschouwen als iets wat het kan brengen en wat het soms in de weg staat. Een persoonlijke observatie en een reflectie op wat er gewonnen en verloren is.
Mijn houding tot religie
Misschien goed om eerst om open te zijn over mijn positie: ik geloof zelf niet in de traditionele persoonlijke god. Als ik al iets ‘geloof’, dan in de zin dat ik bepaalde filosofische visie heb op hoe het waarschijnlijk in elkaar zit. Met in de kern Dao, of: de Natuur. Dat heeft geen menselijk gezicht nodig. Het ontbreken van de vastigheid, zekerheid en goddelijk ontwerper maakt het wonder van de wereld niet kleiner, maar groter.
Ik zie mezelf daarom eerder als atheïst, omdat het woord God de lading hoe dan ook niet dekt. Maar, zeg ik er meteen bij: ik sta niet vijandig tegenover religie. Mijn ervaring met religie is mijn christelijke basisschool, een periode van zoeken in mijn tienerjaren en vervolgens met name gesprekken met islamitische vrienden en collega’s over de betekenis en waarde van geloof.
Met opvattingen over euthanasie, abortus, openstelling van het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht, de drang naar vrijheid van denken en doen, maar ook de berichten over misbruik in de kerk, de aanslagen van 9/11 en de openlijke moslimhaat die zich sindsdien manifesteerde, is religie voor veel mensen in het verdomhoekje beland. Iets wat natuurlijk al langer onderhuids speelde. Nietzsche verklaarde in 1882 al: “God is dood. God blijft dood. En wij hebben hem vermoord.” Waarvan we de doorwerking nog steeds zien voltrekken. Maar ik zie ook iets wat te waarderen is. Gelovigen, van welk geloof dan ook, hebben een paar dingen die niet-gelovigen uit het oog zijn verloren.
De voordelen van geloven
Ik ga in dit deel in op wat de ‘voordelen’ zijn van geloven. Dat lijkt misschien wat gek. Geloven doe je niet vanwege de ‘voordelen’ maar omdat je denkt dat het de waarheid is. Dus wat heeft het voor zin, om er de voordelen (en verderop de nadelen) van de benoemen? Nou, ik denk dus dat ook als je niet gelooft er zaken kunnen zijn die je kunt waarderen aan religie. En misschien ontstaat er vanuit die waardering een nieuwe opening om die voordelen op te zoeken, ook zonder religieus te worden.
Vier typen gelovigen
Wat de voordelen zijn voor een gelovige is niet voor iedereen hetzelfde. Ik begin daarom met het onderscheiden van vier typen gelovigen. Dat zal ik verderop ook met ongelovigen doen – dan zien we misschien ook beter wat gelovigen en ongelovigen gemeen hebben. En natuurlijk: net als met alle andere ‘groepen’ komen mensen in alle vormen en maten. Het zijn in de praktijk ook geen gescheiden categorieën, er is natuurlijk overlap, combinaties en er zijn gradaties.
- Orthodoxe gelovigen. Mensen die in een strikt cultureel regime leven. Bijvoorbeeld Christenen met een vaste sociale kring en traditionele rolopvattingen, zoals gereformeerden.
- Eclectische gelovigen. Mensen die daar overal wat tussenin zitten en een meer vrije, liberale interpretatie van hun geloof en geloofsregels hebben. Ze halen er een zekere richtlijn uit en laten andere elementen uit de religie liggen. Ze combineren het vaak (onbewust) met andere levensbeschouwelijke overtuigingen.
- Gelovigen Voor De Vorm. Mensen die de schijn ophouden, eigenlijk in hun hart niet meer geloven maar nog moeite hebben daarvoor uit te komen. En zich ‘voor de zekerheid’ aan de voorschriften houden. “Going through the motions”, in het Engelse gezegde. Oftewel: voor de vorm.
- Spirituele gelovigen. Mensen die vanuit bezinning en spiritualiteit hun geloofsbelijdenis beoefenen. Bijvoorbeeld door tijdens de Ramadan de tijd te nemen voor hun persoonlijke relatie met God. Ik sprak een recent tot de Islam bekeerde jongen/man die deze stap na een lang proces en innerlijke zoektocht had genomen. Hij voelde het als thuiskomen.
Vijf praktische voordelen van leven met religie
Als ik vrij denkend een opsomming mag maken, op basis van gesprekken en eigen ervaringen:
- Gemeenschap. Gedeelde waarden, broederschap en zusterschap, gelijkgestemden, vreemden die vrienden zijn. Dit is eigenlijk voor alle vier typen gelovigen zo, afgezien van gedeelde waarden misschien. Maar wie mij vertelt over hun geloof, heeft altijd een gemeenschap om op terug te vallen. Daarbinnen is er genoeg gedoe, natuurlijk, maar het is een wij-groep. Ook in mijn beperkte eigen religieuze ervaring, merkte ik dat ook als ik in een kerk kwam. Het gevoel erbij te horen, zonder dat je elkaar kent.
- Deugdelijk leven. Vooral voor de Spirituele en Eclectische gelovige kan ik me voorstellen dat er veel deugden in de religie worden geleerd, die je kunnen helpen daadwerkelijk een goed mens te zijn. Überhaupt een goed mens willen zijn, trouw, eerlijk, rechtvaardig, zorg voor de natuur, barmhartigheid, enzovoort. Daar hoef je geen gelovige voor te zijn. Maar je krijgt het wel meer mee in je opvoeding en praat er meer over in je Bijbel/Koran/etc studie, de preken in het gebedshuis en bij onderlinge dialoog, dan de meeste mensen die niet religieus zijn. Die indruk krijg ik althans: zelf moet ik behoorlijk zoeken om hierover met mensen te kunnen spreken. Filosofen zijn er niet veel. En.. ik kan het niet laten daar meteen kanttekeningen bij te plaatsen. Mensen doen verschrikkelijke dingen onder het mom van religie. En als men deugdelijk leeft, dan is het volgens een voorschrift van deugden die in mijn optiek te gesloten en exclusief zijn en geleefd worden vanuit misplaatst gevoel van morele superioriteit.
- Zingeving. Ook al ben ik het niet eens met de invulling, ik bewonder de manier waarop (met name Spirituele en Eclectische) gelovigen zingeving halen uit hun geloof. Met name bekeerlingen, die een gevoel van thuiskomen ervaren en doel en nut van hun leven zijn gaan voelen, dat zij daarvoor niet hadden. Dat geldt zeker niet voor alle gelovigen, maar op z’n minst is de zingeving uit religie niet primair materieel van aard (zoals dat bij veel andere zingevingzoekers wel zo is).
- Nederigheid, eerbied en dankbaarheid. Dit geldt denk ik voor drie typen gelovigen, voor de gelovige voor de vorm niet. Religie is een goede oefening in nederigheid (je bent nietig ten opzichte van God), eerbied (respect voor dat gegeven, maar ook voor de ‘regels’ en voor wie meer kennis van het geloof heeft dan jij) en dankbaarheid (het inzicht dat niets echt ‘van jou’ is, maar je tijdelijk gegeven wordt).
- Rust en acceptatie. Religie biedt overzicht, rust, acceptatie. Dit is hoe het zit, zo is de wereld ontstaan, dit is hoe je moet leven, dat is wat er gebeurt als je dat niet doet. Daar kan je discussie over hebben, maar liefst niet teveel en uiteindelijk ‘zijn Gods wegen ondoorgrondelijk’. Het geeft duidelijkheid en houvast en de resterende onzekerheid die accepteer je in je ‘Leap of Faith’. Ik sprak met een islamitische collega die dit heel fijn vond aan haar geloof, in een te complexe wereld. Misschien is ‘houvast’ een beter woord.
Beschikken alle gelovigen over deze voordelen en alle ongelovigen niet? Nee, natuurlijk niet. Als voorbeeld: ik ken genoeg verhalen van de ‘gemeenschap’ als groep van roddel en uitsluiting. En andersom zijn er genoeg manieren voor ongelovigen om een gemeenschap te hebben of te ervaren. Maar, vanuit religie krijg je deze voordelen in principe wat makkelijker mee, ongelovigen moeten iets meer op zoek gaan en harder werken om het te verkrijgen.
Leegte
De plaats van religie laat een leegte achter. En volgens mij zijn veel mensen er enorm druk mee om die leegte op te vullen met (gecommercialiseerde en oppervlakkige) spiritualiteit en zelfhulpboeken. En vragen we ons af waarom de samenleving zo aan het verruwen is en er geen saamhorigheid meer is. Het ontbreekt ons aan een gemeenschappelijk waardenkader, een wij-gevoel en we winnen aan ego’s die groter zijn dan ons godsbegrip ooit is geweest. In een steeds complexer wordende samenleving en wereld, moet je je door alle chaos heen een weg zien te banen. Mensen laten de ambitie van zingeving varen, we zoeken rust in doomscrollen op social media, de levenshouding lijkt absurdistisch te worden.
Waarom ik zelf niet gelovig ben, als ik dit zo lees? Nou, ik vind het mooie elementen die op het eerste oog aardig in de richting zijn van het goede leven. Maar ze worden verkregen op basis van (in mijn optiek, ik kan er niets aan doen) onjuiste gronden, hebben veel negatieve effecten (zie wereldgeschiedenis en hedendaagse intolerantie) en zijn te gesloten, waar filosofie juist een open houding houdt.
De voordelen van niet-geloven
Er is ook goed nieuws voor wie niet gelooft! Er is namelijk ook heel veel gewonnen door het leven zonder religie.
Vier typen ongelovigen
Gelovigen zijn een te onderscheiden groep waarin je nuanceverschillen kunt aanbrengen. De groep ongelovigen is zo diffuus, dat het bijna onbegonnen werk is daarin iedereen te vatten.
Ik beperk me daarom tot hoe mensen in de hedendaagse West-Europese (en Noord-Amerikaanse) wereld vorm geven aan zingeving. Ik neem mijn vorige categorisering voor gelovigen opnieuw als uitgangspunt. Dat maakt inzichtelijk dat hetzelfde type mens in een ongelovige variant een andere uitwerking heeft. In dezelfde volgorde:
- Hardcore atheïsten (als tegenhanger van Orthodoxe gelovigen). Mensen die zich fel afzetten tegen religie en er alleen maar de slechte kanten van zien. Religie zit voor hen in het verdomhoekje of is eigenlijk het noemen niet meer waard: we hebben immers de wetenschap. Die verklaart veel meer dan religie ooit heeft gedaan. Ze weten heel goed uit te leggen waarom er geen god is. Maar wat hardcore atheïsten en orthodoxe gelovigen niet van elkaar willen zien, is hoe zij in hun stelligheid en ontkenning op een dieper niveau hetzelfde zijn.
- Vredige Zwevers (als tegenhanger van Eclectische gelovigen). Mensen die zonder religie en zonder kader op zoek gaan naar de zingeving, gemeenschap, of eigenlijk ‘happiness’ die de religieuze ervaring aan anderen biedt. Om de een of andere reden geldt het gezegde ‘wat van ver komt is lekker’. Voor ‘mindfulness’ wordt gekeken naar het Oosten, maar niet naar (filosofische of religieuze) tradities dichter bij huis. Er worden elementen uit hun context gehaald (yogaposes zonder yogaleer, wierook zonder offer, boeddhisme zonder Boeddha) en aangevuld met extra comfort (mindful ‘spullen’ al dan niet vervaardigd door kinderarbeid, geuren, wonderdrankjes, edelstenen). Ik ben hieraan niet onschuldig; het heeft mij in het verleden ook verleid. En in tegenstelling tot het azijn waarmee ik dit schrijf, heeft het ook z’n goede kanten. In een druk en geleefd bestaan zoeken mensen naar rust, balans en zelfontplooiing. Wie ben ik om mensen te verwijten dat ze daarbij verleid worden tot oppervlakkigheid – en ook dat gebeurt niet altijd. Via deze weg kun je ook bij bepaalde wijsheid en zelfonderzoek uitkomen. Eclectische gelovigen en Vredige zwevers hebben overeen dat ze doorgaans gematigd, aangepast en relatief open-minded zijn, maar zich ook niet echt lijken te committeren of door te denken over wat ze doen.
- Mainstreamers (als tegenhanger van gelovigen Voor De Vorm). Mensen die zich onbewust en als vanzelfsprekend aansluiten bij het gangbare atheïsme. Ze leven gewoon zoals hun omgeving leeft. Als je ze vraagt waarom, weten ze niet wat je bedoelt. Niet weten is op zich niet erg, maar het gaat zonder enige vorm van zelfonderzoek, maar regelmatig wel met aan Hardcore Atheïsten ontleende stelligheid en kritiek. Socrates zou zeggen dat leven zonder zelfonderzoek niet waard is om geleefd te worden. Maar in tegenstelling tot Socrates schrijf ik wel op wat ik denk en druk ik me wat genuanceerder uit. Het is aan ieder zelf om te bepalen hoe te leven, of zelfs dat niet eens, maar gewoon ’te leven’. Daar hoef ik niks van te vinden. Maar we hebben volgens mij wel meer mensen nodig die zelfonderzoek doen, naar het grotere plaatje kijken en het Goede willen doen.
- Filosofen (als tegenhanger van Spirituele gelovigen). Mensen die zonder religieus kader zelf op zoek gaan naar hoe ze zingeving en waarheid in hun leven kunnen vinden. Ze hebben eeuwen aan ideeën ter beschikking: we staan op de schouders van de knapste mensen uit de geschiedenis. Net als bij Spirituele gelovigen, is er ‘iets in hen’ dat hen naar het zoeken naar waarheid drijft. Dit zijn niet per se academische filosofen; die kunnen net zo goed een van bovenstaande typen gelovigen of ongelovigen zijn. Nee, ik heb het over De Echte; de mensen die filosofie als manier van leven toepassen, en alle elementen van wijsheid zoeken in zichzelf, goed willen redeneren en hun karakter trainen en dat niet alleen voor zichzelf, maar ten behoeve van ons allemaal. Iedereen die op eigen kracht het goede probeert te doen, in de worsteling van het drukke leven, is een beetje filosoof.
Nu ik deze typen heb onderscheiden en becommentarieerd, gaan we kijken naar wat er gewonnen is met het leven zonder religie – en net zoals hiervoor bekijken we voor welke type mensen dat het meeste geldt.
Vijf praktische voordelen van leven zonder religie
Door leven zonder religie is er meer ruimte gekomen. Want naast de dingen die religie bracht, vormde het ook een immense blokkade in het denken en doen. Laat ik na de vijf verloren elementen, ook vijf gewonnen elementen noemen:
- Emancipatie. Religies staan doorgaans niet bekend om hun progressieve waarden en gelijkwaardigheid tussen mensen. Althans, niet tegenwoordig. Pas als volken ruimte krijgen in de verhouding tot (orthodoxe) religie, ontstaat er de mogelijkheid tot emancipatie van onder andere vrouwen, LHBTIQA+, andersgelovigen en ongelovigen. Dit is een niet te onderschatten winst: er zijn meer mensen uit de onderdrukking en ongelijkwaardigheid gekomen, daar waar er minder religie is.
- Vrijheid, autonomie en zelfontwikkeling. Mijn leven leiden zoals ik het wil, met wie ik dat wil, volgens mijn eigen waarden, de kennis kunnen ontwikkelen die ik zoek, toegang hebben tot alle religies en filosofieën van de wereld: geweldig. Geen angst om vanwege je denken of uitspraken opgepakt te worden, of erger. Het zal je niet verrassen dat vrijheid van denken / filosoferen voor mij heel belangrijk is. En nodig: want alleen zo vinden we onszelf steeds opnieuw uit en kunnen we het hoofd bieden aan veranderende omstandigheden.
- Kennisontwikkeling en creativiteit. Religie heeft ook medische, wetenschappelijke en culturele ontwikkelingen in de weg gestaan. Er zijn alleen ethische verboden, maar die kunnen we steeds afwegen tegenover de noodzaak en de waarden op dat moment. Geen strikte dogma’s die ons belemmeren medicijnen te ontwikkelen en te gebruiken. Nieuwe uitingsvormen kunnen vinden in de kunst, nieuwe zelfexpressie: alleen door deze vrijheden komen we tot onze volle potentie.
- Vrede en ontmoeting. Er lijkt meer vrede zonder religie. Mensen kunnen elkaar ontmoeten zonder een onoverkomelijke kloof van absolute opvattingen over (de enige echte) god. Geen jihad, geen kruistochten. Ik zeg niet, géén oorlogen meer, want er zijn meer aanleidingen voor oorlog. Maar met religie kan letterlijk alles gerechtvaardigd worden. Zonder religie is wereldvrede een stapje dichterbij.
- Relativering (van de mens). Ik denk dat het onszelf en ons wereldbeeld helpt om af en toe wat meer te kunnen relativeren. We zijn groter dan de kleinburgerlijk moraal of regeltjes en rituelen, die niet altijd maar wel vaak meekomen met religie. Dat geeft vrijheid, maar ook het vermogen het eigen belang te relativeren. Want geloven in god maakt niet alleen nederig, het maakte ons ook superieur: voor ons was de wereld gemaakt. We waren het centrum van het universum. Nu we weten dat dat niet zo is, ontstaan er nieuwe manieren om in harmonie met de natuur (breder: de kosmos) te leren leven.
Conclusie: Leven zonder religie en Wijsheid in jou
Waar brengt dit ons? Een paar inzichten:
- Gelovigen en ongelovigen hebben overeenkomsten, als je ze verdeeld in de manier waarop zij met (niet)-geloof omgaan. Dat verbindt ze meer dan ze soms denken en biedt openingen voor wederzijds respect en leren;
- Het opent voor ongelovigen de mogelijkheid om ook religie als bron van wijsheid te zien. Niet-gelovigen kunnen meer open staan voor de mooie kanten van religie. Ook al kun je er niet in geloven, je hoeft de ander niet voor gek te verklaren en kunt meer waarderen wat het diegene brengt;
- Het opent voor gelovigen om ook wijsheid buiten de eigen geschriften te vinden en je daar kritisch toe te verhouden. Gelovigen mogen meer open staan voor wat niet-geloven of vrijheid van geloof brengt en reflecteren wat dat betekent voor hun verhouding met hun religie en de mensen in de samenleving buiten hun gemeenschap;
Maar wat haal ik eruit – hoe gaat het over het vinden van de wijsheid in jezelf? Religie (en als je erin gelooft: god) kan een bron van wijsheid in jezelf zijn. Geloof je, gebruik religie dan als méér dan een set regels, volg het pad van spirituele verdieping zou ik zeggen. En ook als ongelovige filosoof wil ik me in de categorie Religie & Mystiek meer verdiepen in dit aspect, omdat religieuze concepten ook het eigen denken kunnen verrijken.